
V A C C I N I UM Vitis Idaea.
Roode Boschbessen.
Hoogduitsch% Rothe Heidelbeere, Preusselbeere, Kronsbeere.
Engelsch. Red Whortle-berry, Cow-berry,
JSederduitsche bijnamen. Roode Krakelbeziën , Hondsbeziën , Beerenbcziën, en bij de landlieden ójJ
de Veluwe Vosse-bessen* •
B lo e it in Mei en Junij
D e CANDRIA , MoNOGYNIA; T i ENHELMIGEN , ÉÉNSTIJLIGEN.
N a tu url. Rang volgens Rin n . XVIII. B ico rne s, Tweehoornigen. Ericaceae, Decandolle.
G eslachts Kenmerken. Calyx superas , ovario adhaèrens , integer aut 4-dentatus; de kelk boven hei
vruchtbeginsel, en aan hetzelve vastgehecht, gaaf o f 4 -taadig. Corolla campaimlata , '4-fida; de Bloemkroon
klokvormig, 4-spletig. Stamina receptaculo inserta; de meeldraden op den vnichtbodem ingeplaot.
Bacca globosa, umbilicata, 4-locularis, oligosperina ; de bes kogelrond, gena veld 4-hokkig, niet weinige
zaden,
... Soortelijke Kenmerken, Racemis terminalibus nutantibus; met eindelingscbe knikkende trossen. Fo-
liis obovatis, persistentibus, marghie revolutis, integerrimis , subtus punctatis ; de bladen oragekeerd-eirond,
blijvende, met omgerolden gaven randj van onderen gestippeld,
N e t geslacht Vaccinium was voorheen onder de Achthelmigen , doch is thans onder Tienhelmigen gep
la a ts t , waaromtrent ik verwijze naar hetgeen in de 87® aflevering n°. 44g g e ze g d is Óokiri
• de roode Boschbessen zijn a lle de deelen der vfuchtmaking vaak met een vijfde dee l vermeerderd.
rT * ! , eetl *>evallis h e e s te r tje , met a ltijd groene bladen. D e takken zijn eenigzins kronkelende.
D e bladen omgekeerd-eirond, ze e r stomp o f ie ts ingedeu kt, met gaven o f flaauw-gezaagden rand,
boven op g la n zen d e , donkergroen, van onderen bleekgroen en gestip p eld , door welk la a tste kenmerk
deze bladen gemakkelijk onderscheiden worden , van die van Arhutus urva ursi, in welks
p la a ts de bladen van Vaccinium Vitis Idaea v e ela l in onzè depotheken voorkomen. D e bevallige
bloemtrossen zijn naar beneden gebogen. Aaii den voe t van elke bloemsteel v in d t men een eirond
■ y ovaal, holrond, fla auw g e wimper d schutblaadje a. Bij b z ie t men de geheele bloem, welker
bloemkroon f r a a i vleeschkleurig i s , en daarbij aan den top van den bloemsteel vlak onder den
k elk twe e tegenovergestelde z e e r kleine schutblaadjes. B ij c z ie t mén. den kelk met het stijltje.
B ij d een der meeldraden ve rgroot, waarbij men z i e t , d a t h et helm knopje. (ant hera) aan den top
twe e hoornen draagt. D e rijpe bes is rood — D é p la n t ve rhe ft zich 2 to t 5 palrneh hoog.
Groeiplaatsen; - In veenachtige beschaduwde heidegronden.
Zij is door de Gorter gevonden aan b e t Elspee t e r , W ise lsch e , Sourënsche en andere bosschen op de
V e l uwe ; ook buiten Groningen; voorts door Mees e bij de P accinium M y /tillu s in Friesland ; door den Hoogl.
Vrolik bij B a am ; door den Hoogl.-Bergsma bij Wolvega in F rie slan d ; door den Heer van den E n de in het
Gortlerbosch bij Ha rd erw ijk ; ddor den Heer Vr iJ d-ao- Z ijnen bij Arnh em; door den Heer Kosters Med. Stud.
te Groningen, bij Enschedé; door den Heer Stud. Mtqüel , bij Brekelenkamp in Overijssel en tusschen Grol/oe n
V rie s in D r e n th e ; door den Heer M. Dassen , Stud te Groningen, bij Assen , van waar de hier afgebeelde plant
herkomstig i s ; door mijzelven eindelijk op de ho >ge Veenen , bij het nieuw S tads K an a a l in d eP ro v . Groningen,
en te Eelderwolde en P aterw olde bij de stad Groningen, zoodatdeze soort a l vrij algemeen voorkomt.
Huishoudelijk G ebruik. De beziën kunnen door den menseb gebruikt worden, maar zijn verschillend
van smaak naar mate van de verscheidene gronden en ligging derzelven , waarin zij groeijen. Zij zijn zuur.
en verkoelende en de Noordsche volken maken er met-suiker eene gelei van, o f zij worden als kappers of
augurkjes inge legd, om bij gebraden vleesch te eten. De Bladen kunnen als thee afgetrokken worden.
De Beziën dienen ook aan de zilversmeden, om het zilver wit te maken; en geven aan de wol eene ligt#
paarsche kleur» •— Varkens en geilen eten de bladen en beziëD. Linnaïus en Gunner.