
A I R A earyophyllea.
zilverkleurige Windhalm.
Uoogduitsch. Nelkenartige Sclimelen,
Êngelsch. Silver Hairgrass.
Nederd4 Bijnamen, Anjelierig Rietgras, Zilver Hairgras.
B lo e it in Junij en Julij O«!
T r i a n d r i a , d i g y n i Aj B rieh e lm ig en , tweestijligen.
, Natu ur l , rang volgens- Lin n . IV» Gr antina, Grassen.
Gesla chts Kenmerken. Calyx biflorus, flosculis longiorj de kelk 2-bloemig, langer dan de bloempjes.
Corollae valvula inferior apice erosa, aut multidentata, aut bisetosa, basi infra medium arista plicata
tortili, superior a-fido-dentata } bet onderste klepje, aan den top beknabbeld, veeltandig-of tweebqrstelig,
aan den voet onder het midden met eene geplooide en gedraaide naald, het bovenste klepje a-spletig-getand.
Panicula composita} de pluim zamengesteld.
Soortelijke Kenmerken. Panicula trichotoma,' divaricato-patente; met eene driedeelige wijd uitgespreid-
openstaande pluim. Flosculis calyce minoribus , arista genidulata dorsali calycem excedèntéj de Bloempjes kleiner
dan dé k e lk , de naald op den rug van het klepje, geknikt, langer dan de kelk. Foliis setaceisj de
bladen borstelvormig. Ligula lanceolata, acuta; het bindsel lancetvormig en. spits.
D i t H e in , doch a lle rb e v a llig st, p la n tje schijnt minder zeldzaam te z ijn , dan d i t w e l aan onze oudere
plantkundigen is toegeschenen, die h e tzelve w e llig t d ikw e r f o ver h et hoofd g ezien hebben.
B e w o rte l is klein , en ve zelig. B e bladen b o rste lvo rm ig , d ie van de steng met een weinig
g e stre e p te scheeden , in welke de nog onrijpe bloeipluim besloten is. B ij volkomene ontwikkeling
ve rhe ft deze z ich , op eenen ranken en schier bórstelvormigen halm, v e rre boven de bladen,
en, is doorgaans herhaaldelijk in drieen-verdeeld* B4e bloemsteelen e n d e bloemsteellj es z j a fra a i
' . paarsch van k leu r, en dragen aan den top doorgaans , doch ie ts m eer on regelmatig. drie bloem*
p a k je s bg elkander. B e bloempakjes z e tte zg n e iron d , paarschachtig o f zilv erkleu rig. B e k a f
blaadjes zijn v lie z ig en als v e r d r o o g d b e v a tten d e twee bloempjes o , welke, elk [vaneen geknikt
naaldje voorzien .zijn, Uien z ie t bij b een bloempje bestaande u it ie ts hardere^ k lep je s, op het
o n d e rste en grootste van w e lk e , op den rug onder h et m id d en , het naaldje is ingeplant• H e t
p la n tje g ro e it a o f 3 palmen hoog.
Groeiplaatsen. Op drooge zandige en zonnige plaatsen.
Zij is langs de zandige wegen bij T’e/zera boven Haarlem gevonden door den Heer S ix (bij DE Gobter) ;
in de Duinen bij 's Gravenhage, door' Meerburgh en onlangs door den Heer Vrijdag Zijn en ; in den
Aardenhout bij Haarlem en Nijmegen, volgens het herbarium van Ra in v il l e 5 bij Nijmegen ook
door den Heer de Be i je r ; bij K a tw ijk en Overveen door den Heer de HaAn. Van Geuns noemt haar
(in de Verhandelingen der Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen te H a a rlem , D. XXVI b l. aha ,)
eene algemeene plant, hetwelk ik voor onze drooge zandgronden mede allezins heb opgemerkt, daar ik
haar in zoo vele verschillende streken onzes Vaderlands heb aangetroffen, en wel bij de B ild (van waaide
afgebeelde plant herkomstig is ,) het huis te r H e id e , Z é ijs t en B rie b erg en bij U tre ch t; Rheede bij
Arnhem; in den omtrek van B e v e n te r ; te V u g t, B o x te l en Valkenswaard in de Meijerij van den
B o sch , en eindelijk te Barendermolen en P aterw olde bij Groningen.
Huishoudelijk Gebruik. Dit gras, schoon, onschadelijk, levert echter te weinig o p , en heeft te weinig
wortelbladen, om voor het vee in aanmerking te kunnen komen.