
I B E R I S uudicaulis.
Zand Scheefbloem.
Hoogduittcli> Nacktstieliger Bauern-senf, Steinkresse.
Engelsch. Naked-stalked Candy-tuft.
Kederduitsche Bijnaam. Klein Tasjes-kruid.
Bloeit in Mei Q .
T e t r a d y n a m i a , s i l i c u l o s a ; Viermagtigen, haauwtjesdragenden.
Natuurl. Rang volgens L in n . XXXIX. Siliquosae, Haauwdragenden. Cruciferae, D e c a n d o l l e .
G e s l a c h t s K e nm e r k e n , (volgens P e r s o o n ) Corolla irregularis ■, petalis 2 exterioribus majoribus;
de bloemkroon is onregelmatig , met de 2 buitenste bloembladen de grootste. Silicula emarginata (cordata)
polysperma; het haauwtje uitgerand , hartvormig, veelzadig.
S o o r t e li j k e K e nm e r k e n . Herbacea; kruidachtig. Foliislyrato-sinüatis; metliervormig-gegolfdebladen.
Caule nudo simplicij de steng naakt en eenvoudig.
De middelste steng is regtstandig, onverdeeld, geheel zonder bladen, waarvan de soortelijke naam nudi*
caulis afgeleid is. De zij stengen , eén, twee o f meer in g e ta l, zijn opgaande en meer of min
bebladerd. De mortelbladen zijn tegen 'dengrond aangedrukt, liervormig-gegolfd. De kleine witte
bloempjes , waarvan men er een ziet a f geheeld bij a , zijn in een kopje vereenigd, hetwelk zich naderhand
in eenen tros verlengt. De bloembladen zijn ongelijk van grootte. Men ziet een der twee- kleinste
bloembladen a f geheeld bij b , alle een weinig vergroot. Het haauwtje d is omgekeerd- hartvormig, stomp
en met een zeer kort stijltje gekroond. De plant groeit zelden hooger dan eenepalm.
G r o e ip l a a t s e n . .In zandige drooge gronden.
Zeer algemeen door het gansche land.
H u is h o u d e lijk G e b r u ik . De schapen nuttigen deze plant. M a t tu s c h k a .