
J A S I O N E m o ii t a ii a,
Zand Jasione.
Hoogduittch. Berg Jasione. Schaff-Scabiose. Schaff-Rapunzel.-
Engelsch. Sheep’s-bit. Sheep’s Scabious.
2Vederduitsche Bijnamen. Schaaps Scabiosa of kleine Scabieuse.
Bloeit in Junij; en Julij Q .
P e n t a n d r i a , m o a o g y n i a j Vijfhelmigen eénstijligen,
Natuurl. Rang volgens L in n . XXIX.. Campanaceae» Klokbloemigen; Campanulaceae, D e c a n d o l l e .
G e sla c h t s K e n m e r k e n . Involucrum KMidum; het omwindsel 10-spletig. Calyx 5-partitu_s; de kelk
5-deelig. Corolla rotata , laciniis liuearibus; de bloemkroora rad vormig piet lijnvormige slippen. Antherae. coa-
lita e ; de helmknopjes zamengegroeid. Stigma clavatum ; de stempel knodsvormig. Capsula calyce corpnata,
semi-bilocularis, infera , polysperma , apice dehiscens; de zaaddoos dpor den kelk gekroond, half-tweehokkig,
onder de bloem, veelzadig, aan den top openberstend — Flores aggregati; de bloemen getropt.
S o o r t e l i j k e K e n m e r k e n . Foliis lineari-lanceolatis, basi angustioribus, hispidis, undulato-crispis; met
ljjn-langetvormige bladen, aan den voet smaller, stekelharig, golvend-gekruld.
I k heb het nodig geoordeeld eene kleine verandering te maken in hetgeen ik in mijne Flora Belgij sopten trio
nalis gezegd hebt en n ie t, gelijk ik in dat Werk, in navolging van P e r so o n ged a an h a d , het,geslacht
Jasione te brengen tot de Monadelphia pentandria der Rangschikking van L in n a e us ; maar, in navolging
van W i l ld e .n o w , S m i th , Sp r e n g e l en anderen, tot de Pentandria mpnogynia. De plant
is inderdaad, wat hare Klasse betreft, zeer twijfe lachtig, daar de helmknopjes (antherae), gelijk men
l i j c z ie t, slechts aan den voet zijn zamengegroeid, en z ij dus moeilijk tot de Klasse der Syngeoesia gerekend
kan worden, en daar de helmdraden, (lilamenta) , slechts even aan den top zijn zamengegroeid,
kan de plant ook niet wel tot de Monadelphia gerekend worden. Het veiligste is het dus , dit geslacht
eenvoudig tot de Vijfhelmigen eénstijligen te brengen.
Men zie t een blaadje van het omwindsel bij a ; eene volledige bloem met haren bloemsteel, b-deeligen
kelk en b-deelige bloemkroon bij b ; bij c , zeer vergroot het vruchtbeginsel, van de kelkslippep, eiullotm-
kroon ontdaan, met 5 meeldraden en eenen knodsvormigen stempel, welke stempel, bij meerdere rijp-
heid der bloem, zich voordoet, gelijk wij bij d , mede zeer vergroot ontwaren. De plant verheft zich ter
hoogte van 3 palmen, v . H.
Eene verscheidenheid met witte bloemen is door mij te Orerveen bij Haarlem gevonden. W illd e n o w
geeft reeds deze verscheidenheid op. K.
G r o e ip l a a t s . Op drooge zandige gronden.
Zeer algemeen door het gansche land.
H u is h o u d e lijk G e b r u ik . De plant wordt gaarne door schapen gegeten. De bijen azen veel op de
bloemen. L i n n a e u s , G a t t e n h o f f . Deze plant is een zeker kenteeken van zandgrond.