
FEDIA dentata.
getarnde Veld salade.
Hoogduit8 ch. Gezähnter Acker-Salat.
Engelsch. Oval-fruited Lamb’s Lettuce.
Bloeit in Junij en Jalij. 0 .
T r i a n d r i a , m o n o g y n i a ; Driehelmigen, éénstijligen.
Natuurl. Rang volgens L in n . XLVIII. Aggregatae, Tropbloemigen. Valerianeae, D'ec a n d o llei'-
G e s l a c h t s K e n m e r k e n . Calycis limbus minimus, 5-dentatus; du boord van den kelk zeer klein*
5-tandig. Corolla ecalcarata, 5-loba, irregularis5. de bloemkroomongespoord, 5-lobbig, onregelmatig. Capsula
3-locularis, loculis 2 saepe abortivis; de zaaddoos 3-hokldg, 'waarvan 2 hokjes dikwerf ontbreken.
S o o r t e 1 ijk e K e n m e r k e n . Capsula laevigata ovata, limbo calycis brevi 3—5-dentato coronata; met
eene gladde eironde zaaddoos , gekroond met den korten 3—5-tandigen kelkboord. Caule glabro scabriusculo;
de steng onbehaard, ruwachtig. Floribus corymbosisj de bloemen tuilvormend.
De steng is regtstandig, gegaffeld, iets opgerigter en slanker,. dan de eetbare Veldsalade (Fedia olitoria)
a f geheeld in deze Flora No. 236. Ook heeft de geheele bloeiwyze een slanker aanzien, de bloemkopjes
zijn kleiner en de vrucht slanker dan in de eetbare Veldsalade. Zij onderscheidt zich echter het gemak*
kelijkst door de vrucht, welke in de meer algemeene Fedia olitoria rondachtig is r zamengedrukt en
meestal van kleine dwarsche rimpels aan beide zijden voorzien ; in de Fedia dentata daarentegen is de vrucht
eirond, aan de eene zij,de bolrond met ééne weinig uitstekende r ib , aan de andere zijde meer vlak met 5
ribben, doch vooral kennelijk, omdat z ij van boven uitloopt in den schuinschen kelkboord r welke met 3
of 5 tanden voorzien is en waarnaar deze soort den bijnaam van de getande heeft gekregen, meer dan naar
de bladen, welke ook somwijlen geheel gaafrandig zijn. Men ziet bij■ a de geheele bloem .vergroot en
daarbij de rözenroodachtige bloemkroon, welke blaauwachtig is bij de eetbare Veldsalade, geplaatst
boven het vruchtbeginsel; bij b ziet men, mede vergroot,. de, aan hare eironde en van boven schuins'uit’
lopende gedaante zeer kennelijke, vrucht. De plant groeit 2 of 3palmen hoog.
G r o e i p 1 a a t s-e n. In de bouwakkers. en braaklanden
Deze soort is-, in het aanhangsel tot mijne Flora onzer Noordelijke Gewesten 1 , 2 bl. 712 en 713, het eerst
als inlandsch vermeld door den Heer B. C.- D u m o r t i e r>R u 1 1 e a-u van Doornik, welke haar in de Prov.
Noord-Braband had aangetroffen. Naderhand is zij door den Heer L. M a r ch a n d gevonden te Bunnik bij
Utrecht en door mijzelven te Kothen en laatstelijk ook op braakliggende akkers aan de B ild j beide dorpen ia--
de Prov. Utrecht gelegen, van welke laatste plaats de afgebeelde plant herkomstig is.
H u i s h o u d e l i j k G e b r u ik . Hoezeer de F. o litoria, reeds te voren door ons b e s ch r e v en d e ware Veïd$-
salade oplevert, kan echter de dentata hiertoe ook gebezigd worden,-