
V e e n Rietgras.
Hoogduitsch. Rasen Segge. Torf Ried.
E n g tisch . Tufted Bog Carex.
B lo e it in Mei en Junij. 2f.
Monoecia, triandria; É cn h u iz ig e n , d riehe lmigen.
JSatuarl. R a n g volgens L inn. III. Calamariae; Bie sach tigen .' Cyperaceae, Decandolle.
Geslachts kenmerken'. Fiores monoeci aut rarius dioeci; de bloemen éenhuizig o f zelden tw ë e -
huizig. Spiculae nunc androgynae, mine u nisexuales; de bloemaartjes dan eens van tweederlei
kun ne , dan weder alleen éénkunnig. Stigmata duo v el tria; de stempels twee o f drie in getal.
Urceolus persistens, ovarium et postea semen in c lud en s, apice perforatus, capsulaeformis; de vrucht
bestaat u it een blijvend vruebtzakje, het vruchtbeginsel én naderhand h et zaad bevattende, aan
den top doorboord en gevormd als eene zaaddoos.'
Soortelijke kenmerken. Spica mascula subsolitaria, femineis cylindraceis obtusis subternis 3 i-
stantibus; met eehe meest alleenstaande mannelijke a a r , de vrouwelijke aren rolrondachtig, stomp,
bijna drie in getal', verwijderd. Fructibus o vatis, obtusis, ore pertusis; de vruchten, eirond , stomp,
aan den top doorboord. Glumis oblongis obtusis; de kafblaadjes langwerpig en stomp. Fo liis
patulis; de bladen openstaande.
D e ze p la n t , waarvan w ij een der menigvuldige vormen alhier a fb e e ld en , is in gedaan te hoogst-
w isse lv a llig , groeijende vaak v e el hooger en grooter dan men hiernevens zie t ;, met de vrouwelijke
aren dan • eens va n elkander ve rwijd erd , dan weder d ig t bijeen g e p la a ts t, de mannelijke a a r
één y êoms ook twee in g e ta l, soms w e in ig , soms v e e l langer dan de vrouwe Lijke aren. Z i j
I behoort hierdoor to t eene. der .mbeijelijkste onzer inlandscha p lan tso o rten , doch kan onder de
soorten va n Rietgras met twee stempels en gescheidene mannelijke en vrouwelijke aren , erkend
worden , aan hare langwerpige, stompe k a fb la a d je s (a der mannelijke, b der vrouwelijke a a r ) ,
aan de eironde stom p e , groene, n ie t vóór de kaf blaadjes afvallende vrucht, welker g ro en ,
tegen het donkerbruin der k a fb la a d je s afstekende (b),' de rijpe a a r fr a a i, u it groen en zw a rt
geschakeerd doet z i jn ; eindelijk aan twee zee r kleine ronde, donkerbruine oortjes o f aanhangs
e ls , waarmede de bloeibladeri den halm omvatten (d). Men zie t b ij c , vergroot, het vruchtbeginsel
met d esze lfs beide stempels. JD.e p la n t w isse lt in grootte van \ to t 5 palmen a f.
Groeiplaatsen. In veenachtige vochtige str ek en .'
Algemeen door het gansche land.
Huishoudelijk gebruik. Wordt gebruikt door Paarden, Runderen en S chapen, maar door Varkens
g ew eig erd , linnaeus P a n Suec.
De plant doet door hare zich ver uitbreidende wortelen en groote in bundëls groeijende Bladen,
de poelen en veenkuilen spoedig aangroeijen, en wijst altoos eenen veengrond aan.