
VINCA minor.
kleine Maagdenpalm.
Hoogduitsch. Kleines Sinngriin.
Engels ch. Lesser Periwinkle.
Nederduitsche Bijnamen. Maagdenpalm. Vincoorde* Vingkoord door J. C a t s genoemd.
Bloeit in April en Mei. 2^.
P e n t a n d r i a m o n o g y n i a ; Vijfhehnigen, éénstijligen.
Natuurl. R ang , volgens L in n . XXX. Contortae. Apocynae, D e c a n d o l l e .
G e s l a c h t s -K e n m e r k e n . (volgens D e c a n d o l l e ) . Calyx 5-partltu» i de kelk’S-4eelig. Corolla hypo.
crateriformis, tubo longo, faace prominula 5-gona, limbo plano, oblose5-lobo; de bloemkroon bekerrormig,
me* eene lange b uis, de keel een weinig uitstekend 5'kantig, met vlakken stomp-5-lobbigen boord. Antherai
approximatae ; de helmknopjes elkander naderende. Stigma capitatum, basi aunulatum ; de stempel kopvorjmg,
niet eenen ring aan den voet.
S o o r t e l i j k e K e n m e r k e n . Caulibus'profiumbentibns; met nederliggende steng. Fohis oblongo: lant>eo.
In tis , margine glabris ï de bladen langwerpig-lancetvormig , . m et onbehaarden rand. Pedunculis 1-floris soli-
ta riis axillaribus iolio longioribus; de bloemstelen 1-bloemig, alleenstaande in de oksels der bladen en
la n g e r dan deze.
He wortel is kruipende, met ver verspreide vezels. De stengen nederliggende, doch de bloemdragende opgt-
r ig t. De bladen tegenovergesteld , kortgesteeld, {angwerpig-lancetvormig, g aafran dig, glanzende, m
boven donkergroen T van. onderen bleeker en met kleine zwartachtige stippen voorzien. De bloemen s tm
alleen in de oksels der, digt bij de bloem gewopnlijk kleinere, bladen. De k elk » welken men afgi-\
beeld ziet bij a , is b-deelig; de bloemkroon, opengeslagen a f geheeld bij b , heeft eenen violetkleurige»
stomp 5-lobbigen boord; de keel of het bovenste deel van de buis vertoont 5 w it t e , eenigzins ópstaands,
aan de binnenzijde behaarde, kantjes. Binnen in de buis ziet men de 5 meeldraden » wrlke boven op ie
helmknopjes behaard zijn . B ij c zie t men den stamper.., waarvan het honigbakje is weggenomen. Dt\
stamper rust op den vruchtbodem en bestaat u it twee vruchtbeginsels en één s t ijltje , hetwelk aan dis
top onder den stempel eenen gelen ring vertoont. De stempel is kopvormig, witbehaard en staat .eenig' I
zins gesteeld boven op den beschrevenen ring van het stijltje . B ij d eindelijk zie t men hetzelfde, doch
daarenboven ééne der beide gele schubben, waaruit,het honigbakje bestaat, welke schubben bijkans even I
groot zijn als de vruchtbeginsels en dwars aan iedere zijde daarvan vastgehecht. De afbeeldingen e en d
zijn iets vergroot geteekend. De vrucht eindelijk bestaat uit twee opgerigte kokervruchten (folliculi) e,
met naakte zaden. De plant groeit 2 palmen hoog.
G r o - e - ip la a t s e n . Op beschaduwde, vochtige, zandige gronden.
Zij is door d e G o r t e r gevonden in de bosschaadje vóór. IHlenpas (bij Doesburg) en te Maunk in de Betuttel
bij Haren aan den Hooiweg naar de Waterhuizen buiten Groningen. Deze laatste groeiplaats van de G orter
isimij onlangs bevestigd door den Heer Mr. W. H o r a S ic c a m a , die mij de hiernevens afgeheelde exemplaren
op- gelijksoortige groeiplaats in het bosch van Oosterbroek (tosschen Harendermolen en Eclde) door hem gevonden,
heeft medegedeeld. De plant is voorts gevonden door den Hoogl. K o ps op [den WildenbordiMl
ZUtpLm s door den Heer .de B e ij e r bij Xijmegtn; door de Heeren B e r g sm a en N 8 h o ff te H a g e tL y . M
Vtanen ; door den Heer D u b o i s te Maarsbergen bij Doorn; door. mij zei ven eindelijk in boschachtige stre e»
bij Breda*
H u i s h o u d e l i j k G e b r u ik . De plant dient, om troebelen wijn helder te maken o f te klaren (Ga t le »*
h o f f ) . Zij is met regt door B e ckm a nn onder de fraaije tuinbloemen opgenomen. Zij wordt doorgaan»
bij hnwelijks-feesten gebruikt tot versiering en wijst voel zinnebeeldigs en toepasselijks hierop aan, zoo als door
onzen Dichter J. C a t s bg zijné beschrijving en verklaring van het vrijster-wapen is aangewezen. In DuiM'n
land on andere land-n wordt zij ook veel geplaatst op de grafsteden van jonge lieden. — Zij brengt hoogs *
zeldzaam vruchten voort. De beroemde kweeker Pb. M i l l e r h a d , om er dit van te bekomen, ze te *e>-
geêfa in potten gekweekt, ten einde de wortels ia hunnen groei te stremmen, maar slaagde eindelijk in *J
oogmerk, toen hg aan 3 o f 4 planten op den vrijen grond gedurig de zijseheuten afsneed, en de middels*^
behield. Zie zQne Qatd. Dict. pp Vinca. Ia dea ytmhtscbea Akademietaja droeg zS echte? ia 1832 we* vruc“