
veld Eerenprtjs.
Hoogduitsch. Acker Ehrenpreis.
Engelsch. Procumbent Speedwell. Germander Chickweed.
Nederduitache Bijnaam. Tweede valsche muur (bij M e e s e .)
Bloeit van April o f den ganschen zomer door. 0
D i a n d r ia m o n o g y n ia .; Tweehelmigen, éénstijligen. .
Natuvrl. Rang volgens L in n . XL. Personatae; finjnsMoemigen. Rhinanthaceae, D e c a n d o l l e .
G e s i a ch ts-Kenm e rk en. Corolla limbo 4-partito laciuia inflma angustiore; 'de bloemkroon met eeueo
vierdeeligen boord, de onderste slip smaller dan de overigen. Capsula-2-Iocularis; de zaaddoos tweehokkig.
S o o r t e li j k e K e nm e r k e n . Foliis petiplatis cordato-ovatie se rra tis; met de bladen gesteeld, har vormigeifond
en gezaagd. Laciniis calycinis ovatis; de kelkslippen eirond. Caule procumbente; de steng nederliggend.
Pedunculis folio vix brevioribus; de bloemsteeltjes een weinig korter dan dekbladen. ■
Deze plant i , in hare ge,teelde Maden, en aan hare vrij lang gestoelde , in de oksels der Maden alleenstaande,
« e r Urine bloemen, niet ren onze overige inland,che soorten van Eerenprps ,e
Boor een« misschien al te fijne onderscheiding heeft men van deze soort willen afscheiden de Xeromca
pulchella; doch onlangs i , door de Zweed,che Natuuronderzoeker, W a h lb e r g .e n F r i e s | g g g Is
zen O k en 1829 p. 398) «engefoond, dat de Ver. agrestis ren IA n n a e u s en de Ver. pulchella ren
R o e m t :f l ü w l h l e n b e r g en A | en dezelfde p laU ti,. WËMmm'1 van onze Ver. agrestis met Veronica polita F r i e s niet van aanbelang te z ijn ; zie H e r ten * und K b ,
Deutschlands Flora I . p . 331—332. ‘ i. a i i l i wolkp alleen door
. D e G o r t e r vermeldt nog, op het voetspoor van B o o r h a a v o , eene verscheidenheid, welke alleen door
folia alterna van de gewone soort schijnt te verschillen. Indien dit zoo is , ka” ^ JCT“f ; ei..
veilig voorbijgaan, daar de bieden vaak in édne en dezelfde plant tegenovergesteld en meer of mm over
W S E a f geheelde plant i , reed, in April l i j Groningen verzameld, waardoor de .geheels p lan t nog klein
ie. Midden in den Zopier (want zi) bloeit bijkan, het gehpele ja a r doof) i , %y vee meef o ’
zijn de bladstelen langer en hebbep de bloemen eene meer donkere , .om , ze lf, a M H U H S
Men ziet bij a den kelk, welke groour i , , dan de „ eed, zeer kleine bloemkroon; M jk dg bloemkroon
tweemaal vergroot, met de beide daaraan gehechte meeldraden; bij c den vierdeeligep kelk, E B , » * *
eenigzins beiaard i , en ie t. kleiner blijft dan de gezwollens zaaddoos, waarvan 1 beide roniacluge
hokje, van boven elkander naderen en met een naauwelijk. zigtbaar overblijfsel
zijn ) l i j d eindelijk ziet men de overlangs openge,nedene zaaddoos, welke u it twee hokje, bestaat, « M
van welke. 4r~Q-zjidfin. gjipqndfity wprdfin. De plant groeit \ % palmen toog.
G r o e ip l a a t s e n . In vele hoven, moeslanden en in de bouwakkers.
Zeer algemeen door het gansche land. ...„ hier.
H u i s h o u d e l i jk G e b r u ik . Als nadeelik in weiden door B r u gm a n » opgegeven. Een nuttig gebruik .*
van niet b'ekend.