
CROCUS v ernus , Wil ld,
Voorjaars Saffraan.
Hoogduitsch. Frühlings Safran.
Engel sch. Spring or Garden Crocus.
Nederduitsoke Bijnamen. Crocus. Voorjaars Crocus.
Bloeit in Maart o f April
T ri a n dr i a , m o n o g y n ia ; Driehelmigen, éénstijUgen.
Natuurl. Rang volgens L in n . VI. Ensatae, Zwaardlladigm; Irideae, D e c a n d o l l e .
G e s l a c h t s K e nm e r k e n . Spatha radicalis: de bloemscheede uit den wortel voortkomende. Corolla infun-
dibuliformis , limbo sexpartito , aequali, erecto , tubo longissimo grac ili; de bloemkroon trechtervormig, met zes-
deeligen, gelijkvormigen, opgerigten boord en zeer lange , slanke bloembuis. Stigmata profunde incisa , cns-
tata , crocea; de stempels diep-ingesneden, kamvormig, -saffraankleurig.
S o o r t e l i j k e K e n m e r k e n . Stigmate trifido erecto, corolla breviore; met driespletigen opgerigten stempel
, korter dan de bloemkroon. Foliis linearibus, planis; de bladen lijnvormig en vlak.
Ilit tenen rondachtigen, een weinig platgedrukten knolwortel, met een bruin, e enig zins netachtig vlies bedekt,
■ontspruit eene witte algemeene scheede, welke en bladeren en bloemen omvat. De bladen zijn vooral kennelijk
aan eenen overlang schen witten streep in het midden. B ij eene loodregte doorsnede van den wortel
ziet men dat dezelve bestaat u it twee op elkander geplaatste knolletjes a , u it welker midden eene bloemscheede
b haren oorsprong erlangt* In deze scheede is eene lange buis c , welke op den wortel is ingeplant,
bevat. Op het bovenste uiteinde van de buis c , wordt het vruchtbeginsel d gevonden, omgeven van de bijzondere
bloemscheede e , u it welke eindelijk de bloemkroon zelve te voorschijn komt. Men zie t bij F het
vruchtbeginsel opengesneden, om de. aanhechting der eitjes aan het pilaartje (columella) te doen zien, met
deszelfs zeer lang s tijltje , aan den top in eenen driespletigen stempel eindigende. De p lan t groeit één of
anderhalve palm hoog.
G r o e ip l a a t s e n . Op graslanden, in ligte eenigzins boschachtige gronden.
Men is de eerste kennis van deze soort, als eene inlandsche plant verschuldigd aan den Heer J. A.B. Kuijper
v a n W a s c h p e n n i n g , volgens wien ik dezelv.e heb opgegeven in de Bijdragen tot de Natuurkundige Wetenschappen
D. I , St. 1 , bl. 137—138. Sedert is dezelve wcdergevonden door den Heer M. D a s s e n , achter
Haren bij Groningen, die mij de hier afgebeelde plant van daar heeft medegebragt. Beiden hebben , tusschen de
gewone violetkleurige planten , andere met geheel witte bloemen aangetroffen. De Heer K u ijp e r v a n W a s c h p
e n n in g , heeft mede eene afwijking daarvan gevonden met 4 meeldraden, eenen 4-spletigen stempelen 8-dee-
ligen boord der bloemkroon.
H u i s h o u d e l i j k G e b r u ik . Hiervan is nog geen huishoudelijk gebruik bekend: onkundigen zouden dus
zeer verkeerdelijk de stempels tot saffraan willen gebruiken, waartoe alleen de ware saffraan, Crocus sati-
v tis , kan dienen, die ook in het najaar bloeit.