
A N EMO N E ranunculoides.
Ranonkelachtige Anemoon.
Hoogduitsch. Ranunkelartige Anemone. |
Eng cl s ch. Yellow Wood Anemone.
B lo e it in April
P o l y a k d r u , PO L Y G Y N iA j Veelhelmigen, veelstijligen.
N a t uur l. -rang volgens Linn. XXYI. Multisiliquae, veelhaauwigen. Ranunculaceae, Decandolle.
Geslachts Kenmerken. Involucrum calycinum a flore remotum, triphyllum, foliis simplicibus laciniatisve;
een kelkachtig driebladig omwindsel, van de bloem verwijderd, met eenvoudige of slippige bladen. Petala
5-g aut plura; vijf tot negen-of meer bloembladen’. Gapsulae (semina) plures , caudato-plumosae, aut mu-
cronatae; talrijke zaaddoozen., van eene gevederde staart, o f van eene punt voorzien»
Soortelijke Kenmerken. Caule subbifloro , foliis caulinis ternis ternatis sub-3-üdis, apice dentatisj met
eene bijna tweebloemige steng, de stengbladen drietallig en drievoudig, de. blaadjes bijna driespletig,
aan den top getand. Petalis 5 oblpngis patentibus luteis; vijf langwerpige stompeopenstaande g ele bloembladen.
B e w o r te l ( o f onder aardsche sten g ) k ru ip t w a te rp a s onder den g r o n d , even als in .d e bosch Anemoon
(Anemone nemorosa,) z i e deze Flora n°, 248. B e bladen zijn weinig in g e ta l en ontbreken
soms g eh e e l; de bloeijende steng d ra a g t een bla d g eljk en d omwindsel, u it lancetvormige ingesneden
blaadjes bestaande. B e z e steng is onder d a t omwindsel gehee l onbehaard, daarboven,
d a t is de bloemsteel^ die 1 o f a in g e ta l is, met fijn e aangedrukt-opstaande witachtige haartjes
b e d e lt. B e bloem i s 9 gelijk men aan' de afbeelding z i e t , soms u it Vgf en soms u it zes bloembladen
zamengesteld. Men z i e t een deze r breed-ovale en stompe bloembladen a f geheeld bij a;
bij b de b lo em , na h e t wegnemen d e r bloembladen, wanneer de inp lan tin g dér talrijke meeldraden
op den vruchtbodem boven h e i uite in de van den bloemsteel duidelijk blijkt. B ij c ziet
men h e tz e lfd e , na wegneming ook der mee ldraden : v e le stampe rtje s zijn boven de plaats van
de in p lan tin g der meeldraden vastgehecht. Men z i e t bij d óenen zoodanigen stam p e r, vergroot
afgebeeld. B e p la n t g /o e it 1 - 2 palmen hoog•
Groeiplaatsen. Op schaduwachtige plaatsen.
Dezelve is gevonden door de G orter, in den Aardenhout bij Ha a rlem en in het Haagsche Bosch, op
welke laatste plaats zij door den Heer Vrijdag; Zijn en wederge vonden en mg medegedeeld is. Voorts door
Meese in F rie slan d omtrent F ra n e k e r , Oranje-Woud en klein K a tl i jk ; door den Hoogl. Kops te
Soeterwoude bij L e y d en ; door den Heer Bettcker Andreae bij Leeuwarden en eindelijk door den Heeren
Studenten van Hasselt en Miquel te Helpen bij Groningen, welke laatste mij de hier afgebeelde planten
heeft medegebragt.
Huishoudelijk Gebruik. De bloemen geven aan de bijen veel was-stof (Mattuschka.)