
C E R A S T I U M vulgatum.
Genmn Oogentroost.
Hoogd. Gemcinftes Hornkraut,
Engetsch, Narrow - leaved Moufe-ear, Chicfcweed,
Bloeit in Zomermaand. 0 .
D e c a n d r i a , P e n t a g i j n i a j T i e n m a n n i g e n , V i j f w i j v ig e n .
Na tuu r lijke Ran g volgens L i n n . x x i i . Caryophylki, Anjelier-Bloemigen.
G-'Bslachts K enme rk en. Calyx 5-phyllus, de Kelk vijf*bladig, Corolla bifida, de Bloembladen in
twee gefpleten, Capsula unllocularis , apice dehiscens; het Zaaddoosje. eerrhokkigy berstende aan het
boveneinde,
S o o r .te l ijk e K e nm e rk e n . Foliis ovatis; met e'.vormige Bladeren• Petalis Calyci aequallbus,
Bloembladen aan den Kelk gelijk, Caulibus difTusis, uitgefpreide Stelen,
Eene Bloem met hare Kelk vergroot a; de Kelk afzonderlijk en vergroot b; het J^ruchtbegmfel en
de Stampers c; het Zaaddoosje met den blijvsnden Kelk d, geopend en het Zaad daarin zigtl aar e.
De Wortel is kruipend, vezelagtig en wit. D e Stengen, die uit den zelfden Wortel te gelijk
voortkomen t van onderen liggende; verder regtjlandig , lidvormig f getakt, rolrond, roodagtig
van onderen, met hairen bedekt en van 8 tot io duimen hoog, De Wortelbladeren zijn eivorm'g ,
nederwoards op het Bladfleeltje afloopend: de Stengbladeren fiaan tegen malkander over; zijn
zamengegroeid , ongejleeld , lancetvorm’g - eirond , Jlomp, van onderen fmail er i de bovenste Bladeren
zijn tongvormig i alle groen, aan wederzijde wollig en dikachtig, De Bloemftelen, die u.t de
verdeeling en aan den fop der takken voortkomen, zijn alle een - bloemtg, regtjlandig voor en
gedurende den Bloeitijd y en terug - gebogen gedurende de rijpwording der Zaden i de Bloemjielen
nog jong zijnde, zijn als in een hoofd te zomen v ere entgd, maar door den tijd ontwikkelen zij
en verwijderen zich van elkander en. Wanneer deze plant op drooge en dorre plaat f en groeit 9
zijn de kelk “ blaadjes met opwaar s gaande hairen bezet, De bloem - bladen, die naauwlijks langer
zijn dan de kelk - blaadjes , zijn fmal en half in twee gefplitst. De halmpjes zijn rondachtig en
geel i de ftempels wit en Jlomp. De Zaaddoos is bijkans rolvormig, eenigzins als een hoorn aan
den top gekromd * dezelve Springt op van boven in tien onderfcheidene fnijdingen t zij is eens zoo
lang als de kelk. De Zaden zijn veelvuldig en geelachtig, (JF a y r o d de F e 1 i e n s.^
G r o e ip la a t s e n . In de Hoven en langs de Wegen,
Cveral zeer algemeen.
H u is h o u d e lijk G e b r u ik . Nog onbekendj