
A L S I N E media,
Gemeene Muur.
Gewoonlijk. Alfine.
Hoogd. Gemeine Vogelmiere, Hunerbisz,
Engelsch. Common Chicweed.
N e dord. Bijnamen• Hoenderbeet, Vogelkruid, Erf.
Bloeit het geheele Jaar, uitgenomen bij Wintervorst. 0 .
P e n t a n d r i a , T r i g y n i a ; V i j tm a n n ig e n , D r iew i j v iq e n .
N a t . R a n g , volgens l in n . xxii. Caryophyllei, ADjelierbloemigen.
G e s l a c h t s K e n m e r k e n . Calyx 5-phyllus, Srbladige Kelk. Petala 5 , sequalia;
5 gelijkvormige Bloembladen. Capfula i^locularis, 3-valvis; 1 -hokkige , $-kleppige Zaaddoos.
So o r t e l i j k e K e n m e r k e n . Petalis bipartitis, met in twee gedeelde Bloembladen•
Foliis ovato-cordatis, eirond-hartvormige Bladen.
E en Bloempje afzonderlijk en v e e l vergroot a. E en Meeldraad afzonderlijk en v e r -
groot b. D e drie S tam p e r s , vergroot c. E en geheel rijpe Zaaddoos, open«
gebarsten met 5 klepjes, welke echter dikwijls ma a r dr ie z i jn : v e e l vergroot d.
H e t Z a a d vergroot e.
D e Steng is gaffelvormig, aan ééne zijde g eh aa rd, m a a r deze zijde is van okfel
to t okfel wederkeerig. D e Bladfielen f t aan tegen over elkanderen, en zijn vooral
aan den voet gewenkbraauwd'. D e Bloemen z i tten in de okfels der B la d en , aan
lange Bloemftelen, welke vruchtdragende voor over zijn gebogen, gelijk aan de
afbeelding te zien is. D e Bloembladen bijna even groot en lang, a ls de Kelkbladen•
H e t g e ta l der Meeldraden v e rfch ilt ze e r v e e l : dikwijls zijn z i j 3 , fomwijlen 4 , 6,
en ze lfs wel to t 10 in g e ta l. D e P la n t groeit te r lengte van 8 en 10 duimen.
D a a r het g e ta l van Meeldraden de ze r P la n t zoo aanmerkelijk verfchilt, en fomtijds
zelfs 10 beloopt, zoo moet men onderftellen, d a t dezelve behoort tot de 10 mannigen9
3 wijvigen, ma a r d a t velen van de Meeldraden misdragen. (Favrod de Fellens}.
G r o e i p l a a t s e n . In Moeshoven en bebouwde gronden*
Overal en in alle foorten van gronden,
K r a ch t en G en e e sku n d ig G e b r u ik Eene zeer faprijke Plant. Het kruid is
wel eens in de tering aangeprezen, en kan uitwendig dienen tot oplosfende en verzachtende
ftovingen, is echter zeldzaam in gebruik 9 misfehien ten onregte. Zie Haller , H is t . S tirp. He lv.
H u ishou d e l i jk G e b r u i k . Kan als veldfalade genuttigd worden. (F lo ra diiet.’)
Wanneer het aan Kreeften wordt voorgeworpen, eten het dezelve. Het is zeer aangenaam voor
Hoenders, Musfchen, Vinken en Kanarien; maar de beide laatfte in kooijen opgefloten zijnde,
kunnen het uit hoofde van het faprijke en verkoelende der Plant te veel gebruiken. L in n .
G u n n e r . De Plant kan als een weer-yoorfpeller dienen, waartoe zij te nuttiger is, omdat
zij het geheele jaar bloeit. De Bloemfteel namelijk rigt zich op, en de Bloem opent zich bij
helder weer, *s ochtends van 9 tot ia uren; maar wanneer er regen op handen is, hangt dö
Bloemfteel, en de Bloem blijft gefloten. Repertorium aus de r N a tu rk u n d e , 1814. p.Qfé»