
S T E L L A R . IA Holostea.
OogentroQit Sterre-Muur.
JJoogd. Grofsblütige Sternmiere.
Engelsch. Greater Stich-wort.
federt. Bijnaam, Oogentroost-Gras.
Bloeit in Gras- en Bloeimaand, %.
D ecakdjlia T r i g y n i a , . T i e nm a n n i g e n D r i ewi j v ig e n .
Natuurl\ Rang volgens L in n . xxii. Caryophyllei, Anjelier-Bloemigen.
G eslachts K enmer ken. Calyx 5-phyllus, patens; Kelk van 5 Blaadjes. zich wijd
openende. Petala 5, biparcita ; 5 Bloembladen» in twee gedeeld, Capfula i-locuhuis, polysperma
éénhokkige Zaaddoos met vele Zaden, . —• J
Soorte l ij ke K enmerken. Foliis lapceglatis , ferrulatis; met lancety.ormige Bladen«
die zeer fijne zaagtandjes hebben. Petalis bifidis, Bloembladen in twee gesleten.
Een Kelk afzonderlijk a , deszelfs Blaadjes zijn puntig, aan de randen wit achtig,
Eene Bloem met den Kelk afzonderlijk b. zijnde de Bloembladen veel grooter dan da
Kelk; maar het geen W i l ld enow opgeeft, van driemaal langer te zyn dan de
Kelk , heb ik nimmer waargenomen, hoe velen door mij ook onderzocht zijn. Een in
twee gefpleten Bloemblad c. Meeldraden, vrucht beginzot en Stampers bij d , zijnde
v ijf Meeldraden, langer dan de anderen. — Het Zaaddoqsje met den overblijvenden
Kelk e» opengebarsten en het rijpe Zaad latende zien f.
De Steng is eerst kruipende» maar rigp zich fpoedig fiijf op; de tegenover elkander
fiaande en aan den voet zamengegroeide Bladen fieken met hunne punten ook fiijf ter
zijde uit. — Zij heeft veel overeenkomst met de Stellaria graminea, grasaardige Sterre-
muur, zie onze Ftora D.J. n°. 55. waar wij de onderfcheidene kenmerken van beiden
hebben opgegeven.
De He lm knop pen van onze fbort zijn dikwijls geheel mot een. fierk ro.est bezet, gelijk aan
dat van het Brandkoom, waardoor zelfs de Bloembladen geverwd zijn, zoo verre dn
Meeldraden daar aan raken. De Bloemen kwijnen hierdoor en worden onvruchtbaar,
«n de Bloembladen krimpen hierdoor dikwijls in tot op de helft. Dit is vele jaren door
ons opgemerkt in het Haagfche Bosch» fchoon ons onbekend is » dat zulks door anderen
is waargenomen, of bekena gemaakt.
De Heer Favrod de F ellens heeft reeds over ao j'aren dezelfde waarneming gedaan
omfireeks Koelhorst, één uur van Amersfoort, zonder tót op heden de oorzaak van dit
zonderling verfchijnfel te kunnen ontdekken: alleen heeft hij gemeend op te merken, dat
deze ziekte vooral ontjiaat op de meest befchaduwde en bedekte plaatjen.
De Plant groeit ter hoogte van i§ voet.
G ro e i p l a a t s en . In Bosfehen en befchaduwde plaatfèn.
In Vrieslana bij het Oranjewoud, in de Salkerwaard, in het Klaverbosch bij Hardenpijk f.
In het Bosch van Zeist f. In de Maliebaan bij Utrecht„ Om Nijmegen. In den Haarlemmer
Hout t* Ie het Haagfche Bosch f* en in andere Bosfehen.
H u ishoude li j k G ï ï *.u i& De Bijen trekkea wareh van de Bloemen (MatTuschka).