
CAUCALIS scandicina. R o t h . (Scandix Anthriscus. L i n n . )
Ker vela ar dig Doornzaad.
Hoogduitsch. Wald Hafcdolde, Esels Korbct.
Engelcsh. Smal Hemlock' Chervil wit rough seeds. •
Nederduitfehe Bijnamen, Ruwzadige Naald - Kervel.
Btoêl in Oogstmaand. <f
P E N T A N D R I A , DIGIJNIAJ VIJPM
Natuurlijke Rang volgens l in h e u s x l v .
A N N IG E N , t w e e w i j v i g e n .
Umbillatte, Zonnefdierm - Bloetnigen.
G e s la c h t s Ke
of Stekeès bezet.
S o o r t e l i j k e K
fcherp - puntig eirond
n m e r k e n. Seinen , Setis ant Aculeis obsessmn; (volgens R o tb.) ie t Zaad met Borstels
en tn e rk en . Seminlbus ovato- acuminatis, dorso aculeis brevibus sparsis; met Zaden
wier rug met kleine Stekeltjes is bezet.
B ij a eene afzonderlijke Bloem vergroot. Bij b een Vrucht veel vergroot, om de Borstels te doenzien;
o f zijde bit e. Het algemeen omwindfel ontbreekt; een gedeelte van den Wortel ts afgebeetd.
D e Steng groeit ter hoogte van i j tot 2 vosten hoog: dezelve is r egt, getakt, uitgeffreid, breed-
gevoerd, knoopig, ligt groen, zeer glad en blinkend. De Bladeren Slaan wederkeerig; zijn driemaal
gevind, van boven glad, eenigzins gekruld, bleek groen en zacht hairig van ond.ren; de kleine
Vinnen zijn hartvormig, een weinig Jlomp .en Jijt getand. De Bladeren zijn aan hun voet met
e ne zeer gladde fchede voorzien. Uit de Knobbels van den Steel en van de Takken fchieten eemge
korte en zonnefckermlge Bloemjleelen. D e algemeene Zonnèfcberm bejlaat uit 3 tot s flralen, zon.
der algemeene omwindfel. D e gedeeltelijke Zonnefchermen beflaan ook uit 3 tot 5 korte f ir aaltjes•,
en zijn voorzien van een gedeeltelijk omnindfel, hetwelk 3 tot 5 lancetvormige en tegen de firaaltju
aangedrukte Blaadjes heejt. D e Bloemen zijn klein, bijna regelmatig, wit en voor de opening der
Bloemen eenigzins roodagtlg. De Vrucht is knodsvormig en ruw. De Zaden rijp zijnde , zijn zwart,
langwerpig eirond, en met kleine kromme hairborstelt o f doorntjes bezet. (Favrod de Pellens.) .
D e reden waarom de meeste hedendaagfehe Plantkundigen deze Plant uit het gejlacht Scandix, tot dat
der Caucalis, met hetwelk dezelve veel meer ,overéénkomst heeft, hebben overgebragt, is gelegen l/t
de Borsteltjes o f Doorntjes, waarmede deszelfs Vruchten zijn voorzien, en welke bij de Scandix
geheel ontbreken. (Favrod d e F e ilen s.}
G r o e ip la a t s e n . Aan de heggen en wegen.
Voel bij de wegén buiten Harderwijk, JmJIerdam, R.tterdam, Utrecht, aan de Stads-wal te
Franeker, ook te L i jd e r dorp en elders om Leijden en meer andere plaaffcn.
H u is h o u d e lijk g e b ru ik . De jonge blaten zijn zeer aangenaam voor de. Schapen.
G m e 1 i n.
Gled 1 tsch