
S C L E R A N T H U S perennis.
Overllipende Hard-Bleetn.
Hoogi. Dauernder Knavel, Pohlnifcher wegetritfc
jEngelsch. Perennial Knawel.
Bloeit in Oogst- en Herfstmaand, %.
DECANDRIA, DIGYNIA; TIENMANNIGEN, TWEEWIJVIGEK.
Hat uur l. Rang, volgens l i n n . xxii. Caryophyllei, jinjelierbloemigen.
G eslachte K e nme r k e n . Calyx monophyllus , inferus; Kelk éénbladig, onder het
vruchtbeginzel. Corolla nulla, geene Bloemkrans, Semina duo, caiyce inclufa \ twee Zaden ,
in den Kelk bejloten•
Soo r t e l i j k e K enme r k e n . Cafycibus fiuetus claufis, obtufis j met geflofene, ftompe
vrucbt-Ke lken.
In den natuurleken fiaat zijn de takjes dezer Plant meer door dén gevlochten dan
de afgebeelde vertoont, welker takjes men uit elkanderen heeft verfpreid, om ze
te duidelijker te doen befchouwen,
Eene afzonderlijke Bloem op zijde en vergroot a * van boven gezien b. Meeldraden
en Stampers veel vergroot c. Een rijp Zaaddoosje van natuurlijke grootte d ,
vergroot e. Een Zaad f , vergroot g. De geheele Plant heeft eene grijsgroene
kleur • en komt in houding en gedaante zeer v e e l overeen met de fc. annuus,
waarvan zij echter verfchilt door eene bleekgroene kleur; nedervallende, kortere
en meer getakte Stengen; korter en digter bij elkander fiaande Bladen, vooral
bij den wortel; ftompe keltttandjes, eenigzins naar binnen gebogen, welker randen
wit en vlies achtig zijn : ook bloeit de fc. perennis twee maanden later•
Be Kelken, welke eerst gefloten zijn, openen zich na de rijping de Zaden, ( F a v r o d
DE F ELLENS.)
G r o e i p l a a t s e n . Op fchrale Zandgronden.
In de' Binnenduinen van IVasJenaar en Loosduinen j onder Over Veen : ook aan de holle
Bilt buiten Utrecht, en op andere plaatfen.
H u ish o u d e l i jk G e b r u ik . Dit is de vermaarde Plant, aan welker wortels in Polei!
de Coccos polonicus, eene Schildluis gevonden wordt, welke roode korrels oplevert, die een
bloedrood Sap geven, welke eene voortreffelijke verwftof zijn , genaamd Poolsch Grein, of
Scharlaken Grein, befefareven door b r e y n in A c t . phys. med \Ac. N . C. vOl. III. en doof
HOUTTUYN in zijne N a tu u r l , H is t . D. L f t . X. bl, 484 env. Dit werd volgens m a t -
tu sch k a FL filefiaca vol. II. p. 376. ha Polen 'bij eenise duizende ponden verzameld en verkocht.
H e t B a ta a fs ch GenootJchap te R o t te r d am , heeft eenige jaren geleden eene prijsvraag
opgegeven, of dit ook hier té lande gevonden wordt, doch dit is zonder gevolg gebleven. Ook
oordeelt St. j. v. g e u n s , in de V e rh . der H o ll , Maatfckappij , D XXVL bl. 313, dat deze
Plant in ons land te fchaars en te veel verfpreid groeit, om daaraan veel van dit grein te kunnen
opzamelen, indien het al in ons vaderland zou gevonden worden.
De Prant wordt door het Vee geweigerd. In het lojfe zand gEoeijende geeft het eenige vast»
heid en humus aan dezen grond. C r o me.