
BR A S S I C A Napus,
O l i e g e v e n d e K o o U
Gewoonljl. Napus.
Hoogd. Rapsamen, Rube saat, Rupsen - KohT;
Engelsch. Rapé, Navew or Cüle-Seed, Colza.
Nederd, Bijnamen. Koolzaadj Raapzaad, "Wilde Stek-Raap.'
Blo e it in Bloei- en Zomermaand, g .
------------- n" u il ~üiii~ïM"iirii'in ~ .............
T e t ra d y n am ia , S iliq u o s a ; V ie rm a g tig e n met Hauwen.
Natuurl. B ang volgens Liiiii. XXXIX. Siliquosae, Gehauwden.
Geslachts Kenme rken. Calyx erectus, connivens; regtstandigè, in éengedrongene Kelk. Semind
globosa} kogelronde Zaden. Dissepimentüni promiuens ; uitstekend Middelschot. Glandula inter stamina
breviora et pistillum, interque ïongiora et c’alycem; eenè Klier tusschen de kortere Meeldraden en den
'Stamper, en tusschen de langere en den Kelk.
S o o r te lijk e Kenmerken. Radice caulescente , fusiformi; me te en Stengschietendén, penvornugen
Wortel, foliis laevibus, superióribus cordato- lanceolatis, amplexicaiilibus, infèrioribus lyratis, dentatis;
'effene B la d en , de bovénste hartvormig-lancetvormig, den steng-omvattende , de onderste Uervormig, getand.
JSene Bloem afzonderlijk a. Kelk afzonderlijk b* Meeldraden en Stamper c ,' aan welker voet de
Kliertjes volgens de geslüchts kenmerken ziglbaar zijn. Eene rijpe Hauw d, zich openende- e.-
H e t Middelschot met den üitstekendén B ék f. H e t Z a a d , vergroot g.
D e TVortel verdikt zich bovenaan en schiet terstond den Steng uit, welke regtstandig, getakt, g la d
is. D e Bladen zijn ligt o f graauwachtig groen, en vooral van onderen bleek groen en bedauwd:
de bovenste bijna ejfenrandig. D e lagere staan wijder, en zijn stomp getand. D e Wórtel-
bladen inzonderheid liervormig, en het bovenste gedeelte van dezelve is zeer groot en breed. Dè
Kelkblaadjes gekleurd; de Bloembladen goud-geel. De Hauw gezwollen j rond, met een hoekigen
Bek. De P la n t hoog- ongeveer éène el. -
Onze P la n t onderscheidt zich van de V e ld kool Brassica campestris, waartnédé zij , vooral in hou-
ding zeer véél overeenkomst heeft door hét gladde en niet schérpharige dér onderste bladen, welke
ook veel wijder uitloopen; door het minder puntige der bovenste bladen, door de donkergelé
kleur der bloemen, en door het mindér els vormige én het hoekige aan den punt van den bek der
Hauw. A. T h a é r , wèlké in zijne Grnndsatse der rationellén Landwirtlischaft, vol. IV. p. i55.
deze beide Planten lén dienste der Landbouwers ndauwkeurig tracht te onderscheiden} heeft der-
ze i ver onderscheide kenmerken niet ju is t opgegeven.
G ro e iplaa tsen . Op -vele plaatsen; vooral in de klei-streken, Waar zij dikmaals herkomstig- is van
fle Akkers, Waarop onze Plant, zijnde het gewone Winter-koolzaad, veelvuldig gebouwd wordt.
K ra ch t- en G en e e sk u n d ig Gebruik. Het Zaad tegen scheurbuik eh als water-afdrijvehdgèróemd.
Huishoudel i jk Gebruik. "Wij zeiden reeds dat déze Plant het Winter-koolzaad is,' hètgeèn de zoo
hdltigé olie, bekend onder dert naam van Raap-olie Voortbrengt, eri welks ultgèpërstte zaad, die koeken,
Raap-koeken genaamd, oplevert, welke een der Voortreffelijkste eh voedzaamste voeders voox’ bet vee uitiria-
keri; terwijl de Rijen uit de Bloemen eau rijken voorraad vari Was en honig winüeri, waarom gelieele Bijenstallen
naar de bloeijeridë Koolzaad-Akkers vervoerd worden. Het Zaad door de vo'gels sterk gezocht, en
zeer dienstig voor dezelve. Van deze Plant is door de kuituur eêne verscheidenheid ontstaan, genaamd
Graveel- of ook A vêélzaad , Welke eeftigen tijd later als Wint érge waS kan gezaaid worden. Ook is liet
alleen door kweeking^ dat mén Va tl onze Plant smakelijke Rapen van eène langwerpige gedaante, franscb«
Rapen genoemd, bekomt, daar zij als Olie-gewas gebouwd wordende, een oneelburen wortel heeft. Van
hare kweeking tot bovengemelde Rapen , zal de naam van Raap-olie en Raap-koeken ontstaan zijn, welke
anders die van Kool-olie en Kool-koeken zijn moest, overeenkomstig met den naam van Koolzaad. De’
gewone knolvormige Raap levert de Brassica lian a op.