
C I C U T A. virofa.
Vergiftige Water-Schcerling.
Gewöonlgk. Cicuta.
Doogd. Wasfer Schierling, Wüterich, Barzenkraut.’
Jtngelteh. .Jj0r>g-lca''cd Water-Hemlock.
Mttbrl. Bijnamen. Dolle Kervel, groote Waterfcheerling , tweede Water-Eppe.
Bloeit in Hooi- en Oogstmaand. %.
SG»<se'a>e£i4a ,(9 l{ » t a n 9 C A > a i a ) M f l t 9
P e n t a n d r i a D i g y n i a , V i j f m a n n i g e n T w e iw i j v ig e ic .
N a t . R an g volgens L inn. xlv. U m b e l la ta , Zonnefcherm-Bloemigen.
J l e a f f sLAcHT s K e n m e r k e n . Fructus fubovatus, fulcatus; de V ru ch t eirondachtig, ge -
de K e n m e r k e n . Umbellis oppofitifoliis, met Blotmkroonen.Jlaandetegenover
de Bladen. Petiolis marginatis, obtufis; Stomp-gezoomde Bladflelen. s
afgebeeldsn knie-vormigen, ge rilden W o r te l. D e Steng is rond. t i j achtig.
rS,ii z,c. h. wVi «“ ■ D e Schermdekfeltjes de r Bloemkroontj/s, a a t -
S H o ! " & SH ? fï en hort. Een afzonderlijk Bloempje me t zijne regelma-
e T b u l e ' f f v h É É l È l l i f t I I M i % «verblijvende, kroelen de i r a cV t
n wederzyden: men zie d it aan de V r u c h t c , ve rgroot d . van
v e r f r o l f f S i 1 & É & 8 iu ‘Dg : .™ e‘ rib je s en J p lij t o verdwars van é én : z ie d it
' f i f n / l j . I ‘ - * i ie> ? f r- vrucJ j t 6V %• D e Bladfcheden zijn aan den ra n d v/ie/ig
D e Bladen zy n g r o o t , drievoudig g e v in d ; de B la a d je s lancetvormig, zaagswnze J e -
v o e t e n " ^ * t0P t cn i e r tandjes witachtig. D e P la n t groeit te r hoogte van f e i t
G r o e i p l a a t s e n . In moerasfen en veenachtige Booten.
S f r J f L f ' J * ? - Z Z ° lJ eJ a,an h^t Konings Meir, b$ M ee rve ld op de V e lu i e . O rnN ym ls en
2" lAnbUTp \ °ok ,m het sPoein tusfehen die ftad en E v e r dingen. — In de Venen van PFavcrvertt
en I ulmfler‘,am‘ om ™ in de Venen bij D e l f t , vooral te Nooddorp \ .
...^ -9 Ai ü T 9 e Es k .7n d I o G i b r ü i e . F.én der vergiftigfle van onze ïnlandfche G--
P an t’ ™oral de wortel, gekneusd wordende, heefteenenbiizonderen metdien
dyercenkomenden reuk, en de wortel bevat een wit vocht, hetwelk aan de
o oediÊ brum wordt- De finaak der Plant is peterfelieachtig, doch de reuk zoowel
l iA J°°,r drogen verloren. - Van hare fchadelijke en doodelijke uitwerking v i n d e n
veie droevige voorbeelden opgeteekend, vooral die bij menfehen plaats hadden. Het gebruik der Plant
LeIi>°hZf , ï t.ol>edW^mi? li’ duizeligheid, Paap, ftuiptrekkingen, zinneloosheid, en ^zelfs den dood
.Wuoir0t1e l^n^’ uS.tteè”nSg^TjeennS v'Oo'TorMtel^l-'BialaddAeen13, ^z?$^n adeel e”m ’e evset rvïeorlg8i?f?tisg eft edrekeel ekno.f fi—i eInn Pdlea nGteenn-eZeuskreunn doef dwi^ennt. z—H
h£ertt DPo^eHd»e^rt Se^n ev deZrdEMikmte 'fra1p U mltwete nvdetifgt ogfefebnr utiokt iene nv eprhleaisrdteirn gmene negnt . gezwellen der Klieren, wwaaaarrtnoea mmeenn
•G e ï ? t,'IK' De gedroogde 'Plant wordt zonder nadeelige gevolgen door
Paarden, Varkens en Geiten gebruikt, maar versch en groen , is z ï voor de meeste aierSen n?et m?n°
der vergiftig dan voor menfehen; geen wonder dus, dat volgens L i n n e n s M de Rundfre^he't
bloedpisfen hieruit voorkomt. Dezelve geeft van het doodelijke van den wortel voot dk v é f tref!
^ ndur,Z°0rbhelden °? ‘ (£ { ' Geitei> nuttigen dit zonder nadeel, waarvan M. W Schwencke
zoe9kt Sze l,Tfse rm-h- STer deze P'ant’ ultSegeTen ln I75Ö, eene door hem genomene proeve origeeft Men Noorwegen den wortel op, om dien onder het voeder der flpitpn en
aldaar kleine ftukjes van den wortel tot genezing van verfcheide liekten order de VariS!« dieneAri
i s K S S s s s a g a s g iiu a . • f e ' i ï s L s