
W\ I l m
S I L E N E e ö ri i ë à*
■
■
K e g e l v o rm i g e S i l e n e .
T/oogd. Kegelfrachlige Silenë.
Engelsch. Corn Catchfly.
Wederei: Bijnaam. Kegel vormige Vel eikaars.
Bloeit in Z om e r - èn H o o im a an d , 0 ,
D ë c an d r ia , T r ig y n ia ; T i ertm an nigen, D r iew ij v i g e ri.'
Natuurl. Rang volgens L in o . XXI Ti Caryophyllei, Anjelierbloemigen.
G e s la ch ts Kenmerken. Calyx oblongus, teres, cylindricus aut conicus; Kelk langwerpig, rohdj
rolrond o f kegelvormig. Petala 5, unguiculata, nnda dut coronata ad faucem; 5 Bloembladen, genageld ,
naakt o f gekroond aan den keef Capsula 3-loGularis Zaaddoos 3-hokkig.
S o o r te lijk e Kenme rken; CaJy.cibus frnctus conicis. strjatis; met kegelvormige, gestreepte VruchtJ
kelken. Eoliis mollibus , laiiceolatis; zachte, lancetvormige Bladen', Petalisbiüdis, tweespletige Bloembladen.
Bene Bloem (fwnfjepljjjè a,. van boven gezien.j en do twee - spletige Bloembladen daaraan aangewen
zén b. E en Bloemblad afzonderlijk met dos zelfs langen nagel en het vliesig schubje, waarmedé
het bovèn'ian gekrgond is c; E en Meeldraad d. Vruchtbeginsèl en Stampers e. D e overblijvende
Kelk mét dê daarin bèslotene Zaaddoos £ D e Zaaddoos geopend g.
D e Steng is rond en gelijk de B la d en , Blpeihstelen en Kelken, zachtharig. D e Siéng bij de invoè*
ging der Bladen eenigzins knoopachtig. D e Bidden lijnvormig - lancetvormig, tegèn over elkander
.staande eri even zamen gegroeid-, D e Kelkstrepen 3ó in g e ta l , die vooral sterk uitkomèn, wanneer
dezelve in een Vruchtkelk is overgegaan, D e Bloemkelk is langwerpig kegelvormig. D e Vrucht-
kelk zeer gezwollen en Jlesvormig: beide aan den top met 5 règte tanden voorzien. D e Zaaddooé
eirond-, D e P la n t groeit ter hoogte van 2% o f 3 palmen.
Met de door de G o r te r als inlandsch opgegéven, en door Schtiurman S tek h o v en daarvan
overgenomen Silene conoidea za l zeker onze Si conica bêdoeld zijn± welke d e G o r te r niet heeft
opgeteekend.
R o th toont ons in zijné EL Genh. d a t dé S. conoidea in Sake inlandsbh i s , zoadat het mogelijb
wa re , dat de Gorter haar ook in ons la n d gevonden h a d ; maar tot onze gropte verwondering
maakt D j geen géwag van de S. eonica, welke niet zeldzaam is op onze D u in en , ter aan-,
gehaalde plaatzen. (F a v ro d de F e llen s .)
G ro e ip la a tsen . Op onbebouwde Duingrondem
Te Noordwijk, O ver veen, Bloèméndaal én eldersb'
H u ish oud e lijk Gebruik. Is hiervan nog niet bekend;
WKÊtÊÊtÊtÊÊÊ