
P L A N T A G O media;
Ruige weegt ree.
'Hoogd. Rancher Wegerich, mittler Wegetritt.
Engelsch. Hoary Plantain.
Bloeit in Hooi- to t Herfstmaand,-
T e t r a n d r ia , M on o g yn ia j V ie rm an n ig e n , Een wij v i gen.
Ord. Na t . Roijeni. Prodromi class. xvi. Oligantherae. Ord. 111. Staminibus 4 — Ord. N a t De
J u s s ieu v i i class. vu. PJautae dicotylédones, apetalae, stamina hypogyna. Ord. 11. Plantagines.. —>
Volgens L in n eu s is de rang onzeker.
G e s la ch ts Kenme rken. Calyx 4-fidus, de Kelk 4-spletig. Corolla 4-hda, limbo refleso; de
Bloejnkrans 4-spletig, me t een omgeslagen boord. Stamina longissima; zeer lange Meeldraden. Capsula
2-locularis , circumscissa ; s-hokkige Zaaddoos , in twee halfronden overdwars gedeeld.
S o o r te lijk e Kenme rken. Foliis ovato-lanceolatis, pubescentibus ; met eirond-lancetvormige, harige
Bladen . Spica cylindrica, rolronde A ir . Scapo tereti 5 ronde Bloemsteng.
E e n . Bloempje afzonderlijk a, Kelk afzonderlijk b , Bloemkrans c , Zaaddoos met den
overgebleven Kelk d , zich d n het midden openende e. E en Z a a d afzonderlijk f: alles een
weinig vergroot.
'De B laden zijn roosvormig geplaatst en maken digte Zoden. Z i j zijn zachtharig, vijf- tot zeven-ribbig
en niet getand. D e Meeldraden zijn viermaal zoo lang als de Bloemkrans ; paarsch kleurig
■ en de Helmknopjes w it, hetgeen eene_fraaije Bloem-Air maakt. D e Stijl is met Dairtjes
bezet. D e P la n t groeit ter hoogte y an 3 Nederlandsche palmen. (Décimètres.)
D e Bloèmstengen, welke harig z i jn , scÏiieten velen te gelijk o f na den anderen uit denzelfden
wortel. .A a n den voet van elk ■ Bloempje ziet men een klein eirond Schutblaadje. D e
Zaaddoos bevat gewoonlijk niet meer dan 6 Zaden. (F a y ro d de Pellens .)
V e r s ch e id en h e id . Kleinder en breedbladig.
u Groeiplaatsen. Op opene Kleigronden, tnsseken het Gras.
Aan de Bivier-dijken, f . Bij Nijmegen; in de Provincie Utrecht f . Buiten Haarlem op de Hofstede
het Klooster. Te L e jd en buiten de Hoogewoerds-poort, tusschen de Steenen. '
De Verscheidenheid, volgens de G o r te r , op Staalduin, boven ’s Gravesande in Z u id -IIo lla nd +.
K ra ch t- en Geneeskundig Gebrnik. Komt hierin overeen met dégroote Weegbree , PI. Major.
H u ish oud e lijk Gebruik. Wordt gaarne door het. vee gegeten, maar op de Graslanden onderdrukt
dezelve door hare. Bladen de Grasplanten, en hierom waarschijnlijk door Brugmans als schadelijk
ipi de Weiden opgegeven.