
U D M U S campestris.
Qmeern Olm.
Gawoonl'jk. Ulmus.
Hoogd. Greine Ulme, Rüster, Ipern, Epen holz.
Eng. Common Elm«
Noderlandjche Bijnamen, .’ep, IJpcnboom, Europifche Olm.
Bloeit in Grasmaand, 1).
P e n t a n d r ia , D i g y n ia ; V i j fm a n n lg e n , T w e e w i jv ig en»
Nat. Rang volgens L inn. lui. Scabnda, Ruwbladigen.
Ge s l ac h ts Ken m-e r k e n. Calyx $ r£é#.$ , cpi^JIa o; .5 -fpletige Kelk , zonder Bloemkrans',
Samara compresfo - membranacea; zaamg’drukte 9 -pliefge y je t tg J “ Wficht.
S o.o r t e l Ij4c e K e nm e rk en . (Volgens Wig,Lp.} Foüis -d^plicat© -.fer-rati*,' bafi requalibus; met
dubbeld-zaagtandige9 en aan .den voet ,ongeJijkvormige Bladen. FJoribos .Cubfesfilibvis , ,conglomeratis ^
pentandrjsi bijna vast en d'gt op een zittende 9 vijfmannige Bloemen. Fructibus jglabris , gladde Vruchten.
Eerte afzonderlijke Noem a , veel vergroot b. De Bloemen zijn in dichte Bloemfchermpjes zomen-
gedrongen. D e Kelk h gekleurd en overblijvende. Het Vrucktbeginfel met do twee Stampers van
natuurlijke grootte c, vergroot d. D è Stijltjes zijn aan de binnenzijde rood, D e Helmknopjes
Zijn gefleufd en donker paersch. De Vleugel -vrucht is bijna fchtjfrond, boven aan even
uitgerand: men zie dezelve nog niet volkomen rijp met den overblzjvenden Kelk e , geheel rijp f.
Het Zaad is in het midden van het Vruchtbekleedfet befloten: men zie het daarvan ontdaan b j g.
Het ongelijke en fpheeve der Bladen aan den voet .is in dp wenste foorten van dit g /lacht geer
kenmerkende. Z ij hopen het langst naar onderen uit aan de binnenzijde , en .zijn ruwharig. De
Boom bloeit voor het uitkomen de r Bladen. H ij behoort onder de zwaarste Bpomen van Nederland >•
en kan de hoogte bereiken van 70 en meerdere voeten..
Gr-o eti I.a# t.s e,n. In Klei- en andere Gronden, die niette droog zijn.
K r a c h t - en G e n e e s k u n d ig G e b r u ik .
De binnenste Bast van dezen Boom is uit dunne Bladen zamengefteld. Zij -heeft eene brui-nroode kteur.y
en een bitteren-en «amentrekkenden fmaak, Het afkookfël van denzelven, met water vervaardigd, is zeer
Utjroig, en bevat daarenboven veel Looijersltaffe en een weinig Keukenzout. Doctor L y s o n s , ('Media.
T/ranfaet. vol. 1 . p. 2-04) roemt dezen Bast, in -een afkookfel toegediend, zeer als .middel tegen Huidziekten,
vooral tegen verouderde Schurft; de genezing gefchiedde langzaam, doch miste nimmer. De
Bast moet van niet zeer oude Boon-en genomen, en in het Voorjaar ingezam.eld worden.
H u i s h o u die 1 ij k -G e b*r u i k. Het Hout is zwaar, vast en hard, en -rot niet fpoedig. Het is zeer
■ dienstig voor Sluis--en Waterwerken. Het komt in hardheid het naast aan Nootenboomen - hout, en is d#s
zeer .gefchikt tot ailes, waartoe hard hout no.o.iig- i«. Het knoestige hout is-het rterkst-en duurzaamst.
,0 .oJc is het zeer goed om -te branden, en geeft mede goede Houtskolen.
Volgen* G-u n .v<er' gebruiken de arme lieden het lijmerige van .den .Bast, na dit in .water geweekt ,t,e
hebben, om -onrijp meel »of graan, dat door de vorst is aangedaan, tot deeg te bereiden, -r- J)e jonge
Bladen zijn aangenaam voor het Vee, en worden ook bij rood door de .Zijwormen gebruikt, maar de
‘Bloemen zijn fch adel ijk voor de Bijen, (jE ir r h a r t , aangehaald door G a tt en j io f f). |Jet Zaad
•wordt -door -de Vogels- zeer beminden hierdoor moet dus ojjhouden de verwondering, dppr .H.p u ,tt y y-jf
te kennen gegeven, wegens de fchijnbare verkwisting der natuur in de voortbrenging van net menigvuldige
Zaad, hetgeen zoo zelden gelegenheid vindt om uittefpruiteo en dus verloren fchijnt te gaan, daar het
integendeel veel tot nut der Vogelen iiivkc — Deze Boom om Graslanden geplant, fchaadt het Gras niet.
(Fi. Suec.) Hoe deze Booip van knoesten, .gaten en lekken te genezen zij, zie men Magazijn van Landr*-
bouw, Lee! II.- bladz. 29.3, e, z. y.