
HVGROPHORUS CHLOROPHANUS. FR. 2194.
HYGROPHORUS (HYGROCYBE) CHLOROPHANUS FRIES.
Geelgroene Hygrophorus.
PI. 2194.
Natuurlijk Stelsel : Cl. Fungi. Subcl. Basidiomycetes. Ord. Hymenomycetes. Fam. Hygrophora-
ceae.
Soortskenmerken : Hoed 8—5 cm., gewelfd, daarna uitgespreid, stomp, geel, oranjeachtig, soms
zelfs zuiver oranje tot rood oranje (vooral in het midden), kleverig.
Steel slank, hol, glad, soms samengedrukt, niet gestreept, bleekgeel tot oranjegeel* 3—6 cm. x
5—8—10 mm.
Yleesch wit, geelachtig onder de cuticula.
Lamellen aangehecht tot weinig afloopend, geel, 4—6 mm. breed. Trama regelmatig, uit 15—20 |x
breede hyphen bestaand. Subhymenium vrij dun.
Sporen ovaal, doorschijnend, met apiculus, en een grooten, centralen oliedruppel, 6—8 X 4—5.5 (x.
Fries, Hym. Eur. {1874), p. 420; Ic. Hym., T. 167, f. 4; Coóke, lil. Br. Fungi, T. 909; Quélet, Fl. Myc.
{1888), p. 255; Boudier, Ic. Myc., PI. 41; Rieken, Blatterp. {1915), p. 22; Rea, Br. Bas. {1922), p. 308;
Lange, Dansk Bot. Ark., 4, IV , {1923), p. 23—24; Bresadola, Iconogr. Myc., Tab. 341,1.
Groeiplaats : In bosschen en weilanden. Niet zelden.
Nederland: De afgebeelde voorwerpen werden in October 1912 gevonden door den Heer N. G.
Kam bij Doetinchem. Door Bresadola werden zij gedetermineerd als var. coccineus. Dit berust waarschijnlijk
op de sterk oranje kleur, die sommige exemplaren hadden. Het is echter niet zeker, of deze
variëteit werkelijk bestaansrecht heeft.
Opmerkingen : De hoedrand was bij déze exemplaren niet gestreept, zooals op de reproductie bij
vergissing voor enkele voorwerpen is aangegeven. De geconserveerde voorwerpen hebben veel minder
sterk afloopende plaatjes, dan uit de plaat blijkt.
Of de op Plaat 1570a (Deel 20) onder den naam Hygrophorus chlorophanus afgebee de zwam werkelijk
tot deze soort behoort, is niet zeker.