ULOCOLLA SACCHARINA BREF.
Besuikerde Ulocolla,
PI. 2167.
Stelsel van Linnaeus : 01. XXIV. Seot. V. Cryptogamia. Fungi.
Natuurlijk Stelsel: Cellulares Mycetes. Ord. Hymenomyoetes. Fam. Tremellaceae.
Ge sl a c h t sk e nm e r k e n : Sporophora convexa, pulvinata, gyrosa, cerebriformis, gelatinosa, satis
lata; basidia globosa, moxlongitudinaliter veloblique decussatim partita; sterigmata elongata, crassa;
sporae longinque indivisae, dein 1-septatae, reniformes, e quoque loculo oritur brevissimum promyce-
lium, apice coronam, vulgo 5, sporidiolarum rectarum baculiformium gerens.
Sporophore bolvormig, kussenvormig, gewonden, geleiachtig, tamelijk breed; basidiën kogelvormig,
weldra in de lengte of scheef in den vorm van een kruis gespleten; sterigmata lang, dik; sporen langen
tijd onverdeeld, dan met een tusschenschot, niervormig; uit elk hokje groeit een zeer kort promycelium
op welks top een kroontje van meestal 5, rechte, staafvormige sporidiolae wordt gevormd.
S oor t e l ijk e k e nm e r k e n : Tuberculosa, effusa, crassa, gyrosa et undulata, fulva-cinnamomea, passim
papillosa; sporae reniformes, 10—12 X 5—6 [x; conidia fere aequilonga.
Bultig, uitgespreid, dik, gewonden en gegolfd, bruin-kaneelkleurig, hier en daar met papillen; sporen
niervormig, 10—12 X 5—6 fx; conidiën bijna even lang.
Ulocolla saccharina Bref., Unters. VII, p. 87; Sa.cc., Syll. VI, p. 777; Massee, Br. Fung. Fl. I, p. 59;
Oud., Bév. I, p. 447; Exidia saccharina Fr., Epicr., p. 694, Gke, Handb., p. 349.
Groeiplaats: Op oud dennenhout.
Nederland : Deze paddestoel werd door Dr. L. H. Buse in 1862 gevonden op een dennenstronk te
Renkum. Voorts vermeld van Bilthoven, aldaar den 18en December gevonden door den Heer B. E.
Bouwman, terwijl de af geheelde plant op 22 Januari 1920 werd verzameld door Mej. C. Cool en den
Heer W. P. ten Cate in een dennenlaan te Noordwijkerhout, tegenover Leeuwenhorst.
Zie ook Donk, Revisie van de Nederl. Heterobasidiomycetae enz. in Mededeelingen van de Nederl.
Myc. Ver. 1981, p. 113.