
HYPHOLOMA PILULAEFORME BULL.
Pilvormige Vocht zwam*
PI. 2204.
EX FRIES.
N a t u u r l i jk S t e l se l : Cl. Fungi. Subcl. Basidiomycetes. Ord. Hymenomycetes. Fam. Agaricaceae.
Trib. Coprineae.
Soortskenmerken: Dicht in groepen.
Hoed eerst bolvormig, tot 1 cm. in diameter, daarna klokvormig-uitgespreid, tot 2 cm., hygrophaan,
aanvankelijk bruin tot bruingeel, later in het midden bruin, de rand meer bruingrijs en gestreept.
Steel 6_10 cm. x 2 mm., lang en dun, slank, wit, kraakbeenachtig, hol, glanzend.
Plaatjes talrijk, dun, tot 8 mm. breed, blauwgrijs tot donkerpurper.
Vleesch dun, bleek.
, Velum universele wit, bij jonge exemplaren het onderste deel van den steel als een laars bedekkend.
Ring afwezig.
Sporen 6—7 X 8—4 [x, donkerpurper in massa.
Randcellen met een cylindrischen hals, die 12—20 [x uitsteekt.
. Fries, Hym. Eur. (1874), p. 296; Bea, Br. Bas. (1922), p. 268; Komad et Maublaru, Ie. Sel. Fung.,
Intr., p. 87 (als variëteit van B. hydrophilum, met welke soort de beschreven mam zonder twijfel nauw ver-
want is).
Gr o e ip l a a t s : In zeer dichte groepen van 100—150—200 exemplaren en van 10 20 cm. middellijn.
Op oude boomstompen. Niet algemeen.
N e d e u l a n d : De afgebeelde voorwerpen zijn afkomstig uit de omstreken van Zwolle, waar zij werden
gevonden door de heeren Me u l e n h o f f en Mb u l em e b st ek (1:915). De zwam werd nog niet voor andere
vindplaatsen opgegeven.