
O DOTUS PAL ATUS B U LL 22
RHODOTUS PALMATUS (BULL EX FR.) R. MAIRE
PI. 2219
N a t u u r l i jk s t e l s e l : Cl. Fungi. Sub el. Basidiomycetes. Ord. Hymenomycetes. Fam. Agaricaceae.
Trib. Pleuroteae.
S o o r t sk enm er k en : Vrijwel de geheele paddenstoel rosé tot vleeschkleurig.
Hoed cirkelrond tot niervormig, excentrisch gésteeld, 4—7 cm. in diameter, vrij stevig, gewelfd,
bedekt met een vrij dikke, gelatineuze, niet kleverige laag, die door opstaande ribben een net vormige
teekening kan hebben. Rand aanvankelijk sterk ingerold.
Steel excentrisch, stevig, glad of gestreept, gebogen, niet gelatineus, vleeschkleurig, glanzend, ± 5
cm. X 0,8—1 cm.
Plaatjes vrij wijd uiteen, ongelijk van lengte, vrij breed en dik, vrij stevig, rosé tot vleeschkleurig,
aan een collarium vastgehecht.
Vleesch dik, vleeschkleurig. Geur aangenaam. Smaak iets samentrekkend.
Sporen in massa okerkleurig of rosé; onder het microscoop kleurloos, rond, met apiculus, stekelig-
wrattig, 5—6 (—7) p in diam.
Agaricus palmatus (Buil.) Fr., S.M., I, p. 186 (1821); Hym. Eur., p. 275 (1874); Agaricus subpalma-
tus Fr., Epicr., p, 131 (1838); Hym. Eur,, p. 168 (1874); Rhodotus palmatus M. Maire, Buil. Soc. Myc.
Fr., 40, p. 368 (1924); Pouchet, Ibidem, 48, p. 76—83 (1932), Tab. X I. Cooke, lil. Br. Fungi, Tab.
255, 598; Rea, British Basid., p. 443 (1922).
Groeiplaats : Op boomen, vooral iepen, en wilgen. Zeldzaam.
Nederland : De vijf figuren bovenaan op dé plaat zijn gemaakt naar voorwerpen, die door den heer
J. H eimans naar het Rijksherbarium werden'opgezonden. Ze zijngevonden in een wandelpark te Amsterdam,
November 1927. De beide onderste figurén, en-de sporenafbeelding zijn gemaakt naar een
exemplaar door den heer W. C. van'E mbden in Optóber 1927 te De Bilt gevonden. Verder wordt de
zwam voor Nederland reeds door Oudemans opgegeven (Rév., I, p. 183), n.1. voor Amsterdam en
Zuid-Beveland. Verder is zij waargenomen te Ilpendam (W. P orte, 1980: Med. Ned. Myc. Ver.,
XXI, p. 86 (1933)) en Haarlem (H. B oting, Oct. 1933).