
POLYGONATUM VERTICILLATUM ALL.
ÏCONVALLARIA VERTICILLATA L.
Kranssalomonszegel
PI. 2217
Wortelstok : kruipend, tot 2 cm. dik vleezig,.wit, sympodiaal vertakt, met lange witte wortels.
St en g e l : 30—60 cm. hoog, recht, kantig, kaal, niet vertakt.
, Bladeren : talrijk, in dicht op elkaar zittende kransen meestal van 4 (deels ook 8—7); bijna horizontaal
afstaand, ongesteeld, lijnlancetvormig, 5—15 cm. lang,.%—1>5 cm. breed, van boven kaal of bijna
kaal, van onder op de nerven fijn behaard, aan den voet versmald, met spitsen top.
Bloemen: klein, 7—10 mm., in 1—7-bloemige kransen, wit, van boven groen gevlekt; bloemstelen
1 —-3 bloemig omgebogen; bloemdek slank cylindrisch, aan den top getand; meeldraden zeer kort;
helmknoppen gewimperd, helmdraden met papilvormige verhevenheden; in :’t midden der kroonbuis
aangehecht. -
Vr u ch t : een ronde bes, 7—10 mm. bij rijpheid rood,' met 6—10 geelachtige zaden.
. Rouy (More de France) vermeldt dat ook in Frankrijk de bessen rood zijn terwijl Hegi (111.
Flora Mittel-Europa) haar eerst roode later zwartblauwe bessen toekent.
Bloeitijd : Mei—Juni.
De afgebeelde plant is afkomstig uit ’t Kerperbosch bij Vijlen-Vaals (1982 - ] 933) waar ze reeds door
F ranquinet (Maastricht) in 1888 werd aangegeven.
Verklaring der Afbeeldingen:
A. Habitus van de Plant (verkleind op 1/3).
a. Bloem (vergrooting 8 X).
b. Doorsnede van de bloem (vergrooting 3 x ). •
c. e. f. Bessen.
d. Zaad.