
GA EOBDO LO LUTEU DS VA VU RS)
GEVLEKTBLAD GALEO DOLO VU L6A 2233
GALEOBDOLON LUTEUM HUDS. VAR. VULGARE
(PERS.) RCHB.
Gele Doovenetel
Pl. 2238
Natuurlijk Stelsel: Anthophyta. 01. Dicotyledones. Subcl. Sympetalae. Ord. Tubiflorae. Fam.
Labiatae.
Soortskenmerken : Overblijvende plant met 3—6 dm. lange, liggende, aan de knoopen wortelende,
niet bloeiende, overwinterende, bovengrondscbe uitloopers, en 2—8 dm. hooge, eenjarige, rechte,
bloeiende stengels; beide gewoonlijk aan de vier kanten behaard, soms bijna kaal.
Bladeren gesteeld, ovaal, 8—5 cm. lang en 3—4 cm. breed, met hartvormigen of afgeronden voet,
getanden rand en toegespitsten top; zacht behaard, van boven met zilverachtige vlekken, of bijna of
geheel ongevlekt op dezelfde groeiplaats, maar niet aan dezelfde plant.
Bloemen in verwijderde, tegenoverstaande schijnkransen, aan elke zijde met drie bloemen.
Schutbladeren kort, zacht behaard. Kelk zacht behaard, met lancetvormige, stekelpuntige tanden.
Kroonbuis even lang als de kelk, aan den voet vernauwd, naar boven toe verwijd, van binnen met een
scheeven haarring; bovenlip gewelfd, sterk behaard; onderlip al of niet met rood honingmerk op den
middenlob. Bloemkleur geel. Helmknoppen geel, boven den stijl uitstekend. Dèelvruchtjes 3 mm. groot,
zwart.
Hegi, lil. Fl. M. E., V, 4, p. 2441—2443. — In de Nederlandsche floristische litteratuur zijn beide
vormen tot dusver niet onderscheiden.
Groeiplaats : In Midden- en Oost Europa in loof- en naaldbosschen.
Nederland: Be afgebeelde plant is afkomstig uit het bosch te Bijkholt en werd gezonden door Dr.
A.'de Wever te Nuth. Ze is in Zuid-Limburg minder algemeen dan de variëteit montana Pers. Buiten
Zuid-Limburg zijn beide vormen weinig algemeen.
Opmerkingen: De plant, afgebeeld in de Flora Batava, X, No 758, als Lamium Galeóbdolon Crantz
is Galeobdolon luteum Huds. var. montanum (= G. montanum E c h b .) : deze is in alle deelengrooter, heeft
aan de bloeistengels smaUere en spitsere bladeren, terwijl alle bladeren sterker getand zijn. De schijnkransen
dragen meestal ca 12 bloemen. Ook bij deze variëteit kunnen de bladeren al of niet gevlekt zijn.
Verklaring der Afbeeldingen: a. Bloem van boven gezien; b. Bloem van terzijde gezien; c. Idem
van voren; d. Kelk; e. Schijnkrans van boven gezien; /. Doorsnede van den stengel; g. Meeldraden en
stijl.