
TRAMETES ODORATA FR. 2176A.
TRAMETES ODORATA FR.
Welriekende Trameet.
PI. 21764.
TRAMETES SERIALIS FR.
In rijen groeiende Trameet.
PI. 2176B.
Stelsel van Linnaeus : 01. XXIV. Sect. V. Cryptogamia. Fungi.
Natuurlijk Stelsel: Cellulares Mycetes. Ord. Hymenomycetes. Fam. Polyporaceae.
Geslachtskenmerken: Zie Dl. X, No. 800.
Soortelijke kenmerken: a. T. odorata Fr. Pileo distincto, fulvo, margine aureo, oonfragoso, villoso,
8—15 cm., pori irregulares, fulvi v. fusci. Odor foeniculi.
Hoed gescheiden, bruin met oranjebruinen rand, hobbelig, fluweelachtig, 8—15 cm. breed, gaatjes
onregelmatig, bruin of bruingeel. Reuk naar venkel.
Tr. odorata (Wulff.) Fr., Epicr., p. 489, Hym. Eur., p. 582; Sacc., Syll. VI, p. 345; Wvnt., Kr. Fl.
I, p. 404; Meded. Myc. Ver. VII, p. 57 en 103.
Groeiplaats : Op dennenstronken, in bergachtige streken.
Nederland: Deze voor ons land nieuwe soort werd gevonden in November 1915 door den Heer
P. J. A. J. Meulemeester op een schutting langs den straatweg van Kampen naar Zwolle. De zwam
rook zwak naar anijs. Voorts gevonden door de Heeren G. Brakman en Dr. T. Broeksmit op 14 Jan.
1921 op een coniferenstronk bij Driebergen.
b. Fr. serialis Fr.: Pileo distincto, rufo vel bolari, elongate, angusto, undulato, carne sporibusque
albis, sporae parvae. Sine odore.
Hoed afzonderlijk, rossig of steenrood, in de lengte uitgebreid, smal, gegolfd, vleescb en sporen wit,
de laatste klein. Reukeloos.
Fr. serialis Fr., Syst. Myc. I, p. 370, Hym. Eur., p. 585; Sacc., Syll. VI, p. 337; Wvnt., Kr. Fl. I,
p. 402. Meded. Myc. Ver. 1918, p. 103.
Groeiplaats: Op dennen, in bergachtige streken.
Nederland: Deze voor ons land nieuwe champignon werd den 17 October 1917 gevonden door den
Heer A. P. v. d. Wouw, op een den nabij Breda en door Mej. 0. Cool, en den Heer A. van Lutk als
zoodanig gedetermineerd. Onze afbeelding vertoont zoowel den resupinaten vorm (a) als de uitgegroeide
zwam (b).