
HYPOXYLON MULTIFORME (FR.)
Veelvormige Hypoxylon*
Pl. 2163.
S.
Stelsel van Linnaeus : Cl. XXIY. Ord. Y. Cryptogamia. Fungi.
Natuurlijk Stelsel: Cellulares Mycetes. Ord. Hymenomycetes. Sect. Ascomycetes.
Geslachtskenmerken: Zie Dl. XI, No. 829.
Soortelijke kenmerken: Stromate effuso, plano; laminis supra subundulatis, granulosis ob Stromata
globulosa, unique perithecio munita.
Stroma uitgespreid, vlak. Korsten van boven eenigszins gegolfd, korrelig door de bolvormige, slechts
een perithecium bevattende stromata.
Hypoxylon multiforme Fr., S. V. Sc. p. 384; Sacc., Syll. I, p. 363; Wvnt., Kr. Fl. I I , 857; Oud., Rev.
Pyrenom., p. 33, Rév. I I , p. 183.
Groeiplaats : Op takken en schors groeiend, eerst verborgen, later aan de oppervlakte na de schors
doorbroken te hebben. Gevonden op takken van beuken, eiken, elzen en berken.
Nederland: Reeds door Oudemans vermeld voor Leiden, Bloemendaal en Zandvoort, Naaldwijk,
den Haag, Utrecht en Renkum. De hier afgebeelde exemplaren werden 28 Maart 1915 gevonden door
Mej. C. Cool en A. van Lutk op vergane berken in de duinen achter Vogelenzang.