
PHALLUS IOSMOS BERK. AP. SMITH
Duinen~Stinkzwam
PI. 2240
Natuurlijk Stelsel: 01. Fungi. Sub cl. Basidiomycetes. Ord. Gasteromycetes. Fam. Phallaceae.
Soortskenmerken : Deze soort is nauw verwant met de in de Flora Batava, deel X, pl. 795, afge-
beelde Phallus impudicus. Phallus iosmos is echter te kennen aan de ei- of peervormige, veelal sterk
overlangs geplooide volva, metende 67-—'76 x42—45 mm., die aanvankelijk een licht of donkerpaarse
kleur heeft, welke aan de Iticht nog in intensiteit toenemen kan. Na eenigen tijd wordt de kleur dan
meer donker roodpaars. De myceliumstreng aan de basis van het ei is van dezelfde kleur. Voorts is de
geur geheel anders en minder onaangenaam dan bij Phallus impudicus. Karakteristiek is voorts de
standplaats.
Sporen kleurloos, 8,7—4,5 x1,2—2,0 p,.
W. J. Lütjeharms in Meded. Rijks Herh. Leiden, No. 68, p. 6—7 (1931); E. Ulbrich in Ber. d.d. bot.
Ges., 50a, p. 311—313 (1932); J. W. van Dieren, Organogene Dünenbildung, p. 200 (1934). In deze werken
wordt de oudere litteratuur voldoende opgesomd.
Groeiplaats: Deze soort komt vrijwel uitsluitend voor in het Ammophiletum van de zeeduinen
(van Dieren, a.w., blz. 200).
Nederland: Bij ons wordt deze zwam niet zelden gevonden op de duinen der zeereep. Een enkele
vondst op zandgrond in het binnenland (Haarlem, Den Haag) is bekend. — Het in het midden der plaat
afgebeelde, geheel ontwikkelde exemplaar was aanwezig op de paddenstoelententoonstelling in Den
Haag in September 1915. — De beide duivelseieren en het uitkomende voorwerp werden door Dr J. W.
van Dieren op Terschelling gevonden. Hij stond zijn teekeningen welwillend tér publicatie af. De
sporenafbeelding is gemaakt naar materiaal uit Noordwijkerhout, gevonden door Prof. Dr L. G. M.
Baas Beoking,
Opmerkingen: Schrijver dezes is op zijn in 1931 (a.w.) gepubliceerde meening, dat Ph. iosmos geen
aparte soort zou zijn teruggekomen. De genoemde verschillen zijn voldoende voor het opstellen van een
aparte soort. Van belang is in dit verband ook het door van Dieren (t.a.p.) vermelde voorkomen van
Ph. impudicus en Ph. iosmus naast elkaar in het ammophiletum.