
RIBES DVA CRI SP A L.
Stekelige Aalbes.
Bijnamen. Kruisbeziën. Kruisdoorn. Klapbessen. Doornbessen. Stekelbessen. Krissen.
Hooad. Stachlige Johannisbeere. Stachelbeerstrauch.
Engelsch. Common Gooseberry.
Bloeit April. 4..
Natuurl. Orde volgens linnaeus XXXVI. Pomaceae. Ribcsiae ach. Grossuluneae nc.
Grossulaceae mirb.
P entandria Monogynia. Vijfhelmigen Eenstijligen.
Geslachtskenmerken. Calyx 5-fidus, ventricosus, adhaerens, laciniis coloratis persistentibus. Co-
rolla 5-petala, petalis obtusis, staminibusque, ealycis margini innatis. Stylus bifidus. Stigmata .
Bacca gFobosa, 1-locularis, polysperma, calyce coronata. De kelk 5-deelig, buikvormig , aange-
eroeid met gekleurde en óvFrbïijFende slipjes. De bloemkroon B-blad.g; de stompe bloembladen,
^ e n als de meddiaadjes, op den rand van het kelkje ingeplant. Het stijltje 2-splet,g; twee
stempeltjes. Eene kogelronde, dénhokkige, veelzadige, door het kelkje gekroonde bes.
Soorteluke KENMERKEN. Pedunculis 1 -3 -flo ris , bi-tri-bacteatis calyce campanulalo; petalis obo-
vatis, baccis glabrcesentibus, germinibus pilosulis, foliis et petiolis villosulis. Ad basin ramulorum
aculeis plerumque ternis connatis. Eén-driebloemige bloemsteeltjes, met twee of drie schutblaadjes,
a er aan; het kelkje klokvormig, omgekeerd eironde bloemblaadjes,t b , nagenoeg gladde bessen,
c \ d , doch het vruchtbeginsel behaard, e ; de Ëladsteeltjès en de bladen zaehtharig, aan den voet
der takjes meestal drie te zamen gegroeide stekels.
Bil A liet men too veel van een bloempje weggenomen, als noodig was om de aanhechting der
bloemblaadjes, op den rand van het kelkje, voor te stellen, benevens de inplanting der meeldraadjes,
en h e t, beneden insgelijks lachlharige, stijltje, f. ,. ...
B vertoont een bloempje van boven ingesien, d eene doorgesneden bes, en g een laadkorreltje.
Groeiplaats. Menigvuldig in de duinen bij Overveen en Bloemendaal, en elders om Haarlem ;
ook'in die bij Wassenaar en op Staalduinen. In het Brakelbosch bij Haarlem, m de bosschen van
Vriesland en in die bij Breda. Op Walcheren en Zuid-Beveland; hier en daar op oude knotwilgen
•en steenen muren, en zelfs boven aan den Domtoren te Utrecht. In heggen en in de duinen bij
'sHage. ,
Gebruik In den wilden staat laat dit heestergewas de bessen meestal onrijp afvallen, doch
door veredeling is het dat zij in de geldelijke behoeften van velen helpen voorzien; vooral waar
zii in groote hoeveelheid geteeld worden, zoo als b. v. in bet WeStland.
Voor derzelver rijpheid worden de zoogenaamde lange geplukt, om er met water en blom van
meel een middaggeregt van te koken, dat, na bijmenging van siroop, onder den naam van Krms-
bessenkost bekend is, en waartoe zij, voor den winter, öok wel in goed gesloten flesschen bewaard,
of op andere wijze ingemaakt w o rd e n * - Rijp zijn zij, gelijk overbekend is, of dadelijk voor velen
eene geliefkoosde vrucht, of kunnen zij, uitgeperst, almede tot ’swinters overgehouden worden, en
ook is van dit sap, met suiker, een drank te bekomen, welke eenigzms den smaak van rnoezel-
W'iöe^bloemen worden druk van de bijen bezocht, als ook van de mieren, en de jonge bladen
maken somtijds een bestanddeel uit van zeker moesgeregt, dat wijders uit de eerste blaadjes van
iwarte Aalbessen, Aegopodium Podagraria, Ranvmculus Ficaria, Rumex Acetosa, Glechoma hedera-
cea, Urtica dioica, Sambucus nigra, Kervel, jonge Boerenkool en Prei bestaat.