
C R Y P T O G A M I A.
lJ OPHIOGLOSSUM YULGATUM 1.
Gemeene adderatong.
Bijnamen. Speerkruid. Christi Lancet. Natertong.
Hoogd. Gemeine Natterzunge.
Engelsch. Common Adders-tongue.
Draagt vrucht in September. 4 .
Natuurl. Orde volgens linnaeus LV. Filices (3. Filices juss. Ophioglosseae r . brown.
Geslachts-kenmerken. Spica simplex disticha, capsulis (Sporangiis) connatis, unilocularibus,
transversim dehiscentibus bivalvis. Bene eenvoudige tweerijïge aar, welke door de zamen gegroeide,
éénhokkige, overdwars openspringende, tweekleppige vruchthulseltjes gevormd wordt
Soortelijke kenmerken. Spica simplici raro composita, fronde ovata, venis laxis tenuiter reticulata.
De aar eenvoudig of somtijds zamengesteld, het loof eirond, met een los, netvormig aderen-weefsel.
Nu en dan wordt het aartje, bij B vergroot voorgesteld, verdeeld aangetroffen, o f komen er
ook wel twee aartjes op den steel voor.
Groeiplaats. In vochtige duinvalleijen bij 's Hage en omtrent het huis te Brederode bij Haarlem,
alsmede tusschen Overveen en Zandvoord. Bij Heino in Overijssel, en in vochtige landen bij
Zutphen en Zwolle. Op Walcheren in de duinen achter Oostkapelle, en ook in die van het Nieuw-
land omtrent den Hoek van Holland, en bij het huis Te Paauw onder Wassenaar.
Gebruik. Eertijds werd dezelve bij wonden, en den beet van slangen geroemd.