
A SPLENIUM TRICHOMA NES L.
Uaarstelige Streepvaren.
Bijnamen. Wederdood. Steenbreek.
Hoogduitsch. Wiederthon-Streifen-Farn.
Engelsch. English black Maidenhair. Common Maidenhair. Spleenwort. Miltwaste.
Draagt vrucht in den Zomer. %.
--- --------------
cryptogamia. Bedektbloeijenden.
N a tu u r l. Orde volg. linnaeus LV.* Filices. Polypodiaceae R. brown. Gyratae sw a r t z .
G eslachts kenmerken. Sori lineares vel ovales, venis lateralibus impositi. Indusium membrana-
ceum, planum, costam versus dehiscens. De vruchthoopjes lijnvormig of oraal, op de zijdelingsche
aderen geplaatst. Het dekvlies rliesachlig , vlak , naar de middennerf toe openberstende.
S oortblijke kenmerken. Fronde lanceolato-lineari, pinnata, pinnis ovato-subrolundis, obtusis,
suboppositis, sessilibus, basi truncato-cuneatis, repandis vel crenatis. Stipite nudo rachique atro-
purpurea, vernicosis; rachi supra margine tenui membranacea scariosa crenulata appendiculata. Het
loof lancetvorrajg-lijnvormig, gevind, de vinblaadjes eivormig-rondachtig, stomp, nagenoeg tegen
over elkander geplaatst, ongesteeld , aan den voet gcknot-wiggevormig, of uitgeschulpt of gekarteld.
De naakte steng en loof-ribbe (rachis) donker- of zwartachtig purperkleurig, glanzig; de loof-ribbe
van boven met een smal, dun, vliesachtig, verdroogd, gekarteld, randje.
Onder genoegzame vergrooting vindt men b ij a een vinblaadje op de bovenzijde voor gesteld,
met een gedeelte van de Loof-ribbe (Rachis), welke allengskens van alle vinblaadje
s ontdaan o v e rb lijft, g e lijk d it in de hoofdfiguur te zien is. B i j b een vinblaadje
aan de onderzijde en vruchtdragende, komende de kiemhoopjes(sori) van onder de opperhuid
te voorschijn, welke z i j in den vorm van een doorzigtig vliesje naar boven ligten en
vervolgens, naar de binnenzijde, overlangs doen openbersten, e. Ten laatste z ijn die
vliesjes , o f de Dekvliesjes, geheel verdwenen, en eene menigte van kiemkorreitjes, waarvan
een a fzo n d erlijk b ij d , bedekt bijna de gansche onderzijde der vinblaadjes, c.
Groeiplaatsen. Aan de gröote kerk te H a rd e rwijk, aan den muur om het hui» te Zwanenb
u r g , aan de kerk te Boven-Karspel en Barsingerhorn in Noord-Holland , en aan den muur van
de oude Brug van het Huis, Ypenstein bij A lkm a a r : de gorter. — De door ons afgebeelde is
van Neerbosch bij Nijmegen, waar dezelve door de H. H. abeleven j r . en p. ar. e . gevers tus-
schen de steenen eener brug in de Dennenlaan gevonden is. Eerstgemelde, de Heer t . h. a. j . aee-
l ev en , vond haar ook óp eenen wortel van een’ eikenstruik op den Bannenberg bij Ubbergen, en
meent dat dit welligt dezelfde plaats is waar de Heer de b ijer ze gevonden heeft. Voorts is dezelve
in den omtrek van Nymegen, door den Heer d. j . b o s c h , aan de Sluis in de Ooy gevonden,
hebben de H. H. van der sande lacoste en p. j . kraamwinkel haar bij U tre ch t, aan het Kruid-
huis buiten de TFaardpoort, aangetroffen, — heeft Dr. v. d. bosch haar aan een’ ouden muur in
het Dorp Haamstede , op het Eiland Schouwen, gezien en volgens opgave in de Flora Belg. Sept.r
heeft men haar ook aan den Kerk- en Pastorij-muur te Zoeten in de Betuwe , en aan de Ruïne»
te Eikenduinen bij ’s Hage aangetroffeu.
Gebruik. Het loof, dat eertijds in de Apotheken onder den naam van Herba Trichomanis voorhanden
geweest is, bevat eene slijmige , specerijachtige zacht-zamentrekkende sloffe, zoodat een afkooksel
daarvan, met stroop gemengd, eveneens gebruikt kan worden als de Syrupus Ca p illi
Veneris (van Adia n tum Capillus Feneris L.) Met witten wijn gekookt vond ik dezelve, met bij-
voeging van Komijn-zaad, tegen moeijelyke pisloozing aangeprezen.