
7<9 7 .
CAMPANULA TRACHELIUM L.
Ruig behaard Klokje.
Bijnaam. Halskruid.
Hoogduitsch. Nesselblättrige Glocke. Rauhe Glockenblume.
Engelsch. Nettle-leaved Bell-flower. Canterbury Bells. Great Throatwort.
Bloeit Ju lij, Augustus. 2|~
P entandria monogynia. Yijfhelmigen Eenstijligen.
Naluurl. Orde volgens linnaeüs xxix. Campanaceae. Campanulae Juss. Campanuleae a l ph . d c .
Cdmpanulaceae R. b row n .
G eslachts-renmerken. Calyx b-fidus, superus. Corolla campanulata, b-fida, laciniis latis acutis
palulis. Stainina sub corolla calyci inserta; filamenta basi dilatata; antherae distinctae. Stigma
2-5-fidum: Capsula calyci adhaerens, 5-rarius 5-locularis, foraminibus lateralibus dehiscens, po-
lysperma , calyce coronata. Spermophora fungosa in axillis dissepimentorum longitudinaliter aflixa , f .
De k elk , a , b-deelig, bovenstandig. De bloemkroon klokvormig, b-spletig; de slipjes breed, gep
u n t, openstaande. De helmdraden onder de bloemkroon op den kelk ingeplant, b t aan den voet
verbreed, o , en met onderscheidenlijke helmknopjes. Het stijltje, d , 2-5-spIetig. Het zaaddoosje
met den kelk verwassen, e , en 5- of somwijlen b-hokkig; met zijdelingsche gaatjes openbarstende,
veelzadig; door den kelk gekroond. Een zwamachtig, overlangs aan de scheiwandjes vastgehecht
zaaddragertje, f .
S o ortelijke kenmerken. Caule acutangulo et foliis grosse-duplicato-serratis hispidis, inferioribus
longe-petiolatis cordatis, superioribus oblongis sessilibus. Pedunculis axillaribus 1-5-floris, racemo-
sis; calycis laciniis ovato-lanceoIatis„ De scherpkanlige steng en de grof-dubbel-zaagsandige bladen
ruwharig ; de onderste bladen lang-gesteeld., hartvormig; de bovenste langwerpig , ongesteeld. Ok-
selstandige, 1-5-bloemige bloemstelen, te zamen eene bloemtros daarstellende. De kelkslippen
eirond-lancetvormig. ,
De plant groeit niet zelden ter hoogte van 5 voelen en hooger, dringt met eenen vrij swaren en
houtachtigen wortel in den grond, is meestal eenvoudig; en komt ook wel met witte bloemen
voor; welk laatste in ons land nog niet schijnt waargenomen te z ijn , uitgenomen dat men
haar daarmede, alsmede met gevulde bloemen, hier en daar in bloemtuinen aantreft. Gelijk
door linnaeüs gezien is geworden, levert ook deze plant somtijds een voorbeeld van die afwijking
op welke den naam draagt van Chlorantie, en daarin bestaat dat al de bloemdeelen in blad-
knop veranderd zijn (moqüin ta n d o n, Pflanz -Teralol.)
G r o e ip l . In koornlanden h\y Zoelen in de Betuwe, ook somtijds in de hoven en op ruwe plaatsen
: d e g o rt er. In moestuinen bij Leeuwarden: i. h . beücker a ndreae ; aan de Grebbe: Prof.
bergsma ; bij Heelsum en den Doorenwaard, alsmede bij Nijmegen en B e e k : Prof. van h a l l . Ter
laatsgenoemde plaatse , vooral in de bosschen te Beek en. te Ubbergen, als ook in die achter den
Piasmolen tusschen Groesbeek en Mook, en in het Oosterhoutsche Bosch lusschen Arnhem en Nijmegen
groeit zij menigvuldig: gelijk dit door de Heeren p . m . e . gevers deynoot en t . h . a . j . a be-
l e v e n , in hunne Flora Noviomagensis, opgegeven staat, en gedeeltelijk ook door mij zelven gezien is.