TYPHULA GREVILLEI FR. 2108A
TYPHULA MUCOR PAT. 2108'
Soortelijke kbnmerkbn: Simplex, alba; clavula incrassata, obtusa; stipite capillari, piloso.
Onvertakt, wit; knotsje verdikt, stomp; steel baarvormig, behaard.
. T. Grevillei Fr., Epicr., p. 585, Hym. Eur., p. 685 ; Pat., Tab. analyt. Fung., N°. 263. Sacc., Syll. VI,
p. 748.
Verklaring der Afb eeldingen : a. Fungus met behaarden steel. Vergr., b. De opstaande Fungi
van terzijde gezien. Vergroot.
Groeiplaats: Op bladeren in Engeland, bij NewYork en in Zuid Carolina op bladstelen van Liqui-
dambar.
Nederland: Zij werd in November en December 1918 gevonden door den Heer J oan Oort op blad
en vruchtjes van elzen, ook op populieren en elzenbladeren op Endegeest en Eijngeest nabij Leiden.
De haren op den steel zijn niet altijd duidelijk te zien.