OMPHALIA MAURA FR.
Zwarte Omphalia.
PI. 2120.4.
OMPHALIA BELLIAE JOHNST.
PI. 212013.
OMPHALIA HEPATICA FR.
Leverkleurige Omphalia.
PI. 2120(7.
Stelsel van Linn a eu s : Cl. XXIV. Seot. V. Cryptogamia. Fungi.
Natuur lijk Ste l se l : Cellulares Mycetes. Ord. Hymenomycefes. Fam. Agaricaceae.
Geslachstkenmbrkbn : Pileus symmetricus, vulgo tenuissimus, depressus vel inlundibuliformis i
lamellae revera deourrentes; stipes manifeste in parte exteriore oartilagineus, fistulatus, sed, praeser-
tim aetate juvenili repletus, superae in carnem pilei effluens: sporae plus minusve ellipticae, leves. »
Hoed symmetrisch, meestal zeer dun, ingedrukt of trechtervormig; plaatjes echt afloopend; steel
met duidelijken kraakbeenigen buitenkant, hol, maar, vooral in jeugdigen staat, opgevuld, van boven
overgaande in het hoedvleesch; sporen min of meer elliptisch, glad.
Soortelijke kenm er k en : a. 0. Maura: pileo 2—8 dM. in diametro, submembranaceo, convexo,
alte umbilicato, glabro, hygrophano, humido striato, fuligineo, _le||, sericeo-micante, livido tempor»
sicco, umbilico altissimo, pilei cetero arcuato, margine reflexo; lamellis alte decurrentibus, utrimgue
attenuatis, arcuatis, valde confertis, albis; stipite 2—4 dM. lpngo, vix 2 mM. erasso, manifeste oartila-
gineo, fere cameo, rigido, fragili, primum farcta, fuligineo; sporis late ellipticis, 5 6 X 8 4 p.
Hoed 2—8 dM. breed, bijna vliezig, convex, diep genaveld, glad, bygrophaan, vochtig gestreept,
roetkleurig, glad, zijdeglanzend, loodkleurig bij droogte, met zeer diepen navel, het overig gedeelte
gebogen met teruggeslagen rand; plaatjes diep afloopend, naar beide kanten versmald, bochtig, zeer
dicht bijeen, wit; steel 2—4 dM. lang, nauwelijks 2 mM. dik, duidelijk kraakbeenig, bijna hoornachtig,
stijf, breekbaar, eerst opgevuld, roetkleurig; sporen breed-elliptisch, 5 .6 X 3 4 p.
Agaricus (Omphalia) maurus Fr., Syst. Myc. I, p. 168; Cke, Handb., p. 92, Illustr., pl. 287A; Massee,
Br. Fung. Fl. II, p. 885.
Groeiplaats: Op moerassige plaatsen, voornamelijk waar de grond is afgebrand; ook tussehen het
gras in lanen.
Nederland : In ons land vrij algemeen, vooral op plaatsen waar hout gebrand werd. Zij was aanwezig
op de Tentoonstelling te Amersfoort op 23 September 1916, ingezonden door Dr. J . Zaayer Azn.
'te Hilversum. Zij werd ook algemeen aangetroffen op de weilanden rondom Winterswijk gedurende de
excursie aldaar van 14—17 October 1916.
b. O. Beltiae J ohnst. Pileo ciroiter 1 dM. alto et lato, membranaoeo, sicco, turbinato, infundibuli-
formi, ostio fere olauso ob marginem incurvatum, colorem pallide ligneum ostendente; lamellis deour