
PANUS CONCHATUS FR.
Schelpvormige Panus.
PI. 2131.
Stelsel van Linnaeus: 01. XXIV. Sect. V: Cryptogamia. Fungi.
Natuurlijk Stelsel: Cellulares Mycetes. Ord. Hymenomycetes. Sect. Agaricaceae.
Geslachtskenmerken: Zie Dl. XI, No. 805.
Soortelijke kenmerken : Pileo fere 7 dm. in diametro, lento, fiexibili, inaequali, excentrico v. dimi-
diato, margins saepius lobato, Cinnamomeo pallescente, denique plus minusve squamoso; came tenui;
lamellie confertis, in stipitem decurrentibus, interdum lurcatis, rubescentibus-albis, dein dilute ochra-
ceis; stipité 2 cm. longo,' !' om. crasso, solido, inaequali, pallido, basi roseido.
Hoed ongeveer 7 dm. breed, taai en buigzaam, ongelijk, excentrisch, o£ gehalveerd, met dikwijls
gelobden rand, kaneelkleurig verbleekend, ten slotte meer of minder schubbig; vleesch dun; plaatjes
dicht bijeen op den steel afloopend, somtijds gevorkt, roodachtig-wit, later bleek okerkleurig; voet
ongeveer 2 om. hoog, 1 cm. dik, gevuld, ongelijk, bleek, aan den voet bedauwd.
Ponut condmim Fr., Spier., p. 398; CU, Hdbh., p. 357, l i l , pi. 1149A; Massee, Br. Fung. F l.IL ,
p. 308; Rieken, Blatterp., p. 89.
Groeiplaats: Aan tronken en takken van den trilpopnlier en den beuk.
Nederland : De ohampignon werd in het voorjaar en nogmaals in September 1923 in de Kijfhoek in
de duinen bij Wassenaar gevonden op een berkenstronk door den Heer P. J. Hoogland te ’s-Graven-
hage. Eveneens gedurende de excursie der Myoologische Vereeniging op 25 September 1926 op een beuk
door den Heer A. 0. Sohwebrs en ook op den Prattehburg bij Bhenen. In October 1926 nogmaals
waargenomen door Mevr. M. d e V is s e p . -H o e l o f s in het Naaldeveld.
Een P. amókatut in Januari 1915 door de Heeren v. Luyck en Nonnbkbs gevonden behoort echter
niet tot deze soort.