
VERBENA BRACTEOSA MCHX.
Langgeschubd IJzerkruid.
Hoogduitsch: Lang Dechblättriges Eisenhart
Engelsch: Large-bracted Yervain
Bloeit: Aug.—Sept.
PI. 2082
Stelsel van Linnaeus: Cl. XIV. Ord. II. Didynamia. Angiospermia.
Natuurlijk Stelsel : Vasculares Dicotyledoneae. Ord. Yerbenaceae.
Geslachtskenmerken : Zie Dl. I, no. 81.
Soortelijke kenmerken : Perennis, hirsutlo-pubescens, caule tetragono, e basi ramosissimo, ramis de-
cumbentibus vel adscendentibus, tenuibus. Foia ovata, ovalia vel obovata, pinnato-incisa vel pinnatifida,
basi plus minusve cuneata et attenuata in petiolos breves, lobis plerumque dentatis; spicae sessiles, robus-
tae, densae, 10—15 c.M. longae in fructu; bracteae conspicuae, lineari-lanceolatae, satis rigidae, floribus et
fructibus longiores, inferiores plerumque incisae; corolla purpureo-coerulea, circiter 5 mm. longa.
Overblijvend, zacht behaard, stengel vierkantig, van uit den voet sterk vertakt met neerliggende of opstijgende
takken, slank; bladen eivormig, ovaal of omgekeerd eivormig in omtrek, vinvormig ingesneden of
verdeeld, meer of minder wigvormig aan den voet en in de korte bladstelen versmald, lobben meestal getand;
aren zittend, stevig, dicht, bij de vrucht tot 10—15 cm. lang wordend; schutblaadjes zeer in het oog
vallend, lijnvormig-lancetvormig, tamelijk stijf, langer dan de bloemen en vruchten, de onderste dikwijls
ingesneden; bloemkroon paarsachtig blauw, ongeveer 5 mm. lang.
Verklaring van de Afbeeldingen: a. Bloemaartje, vergroot; b. Bloempje; c. Bloem, uitgespreid;
d. Vruchtbeginsel; e. Bloem met schutblaadjes; /. Uiteinde van een blad; g. Schutblad met ingesloten
bloem; A. Habitus-teekening van de plant, verkleind.
Groeiplaats : In prairieën en op woeste plaatsen in Noord-Amerika.
Nederland : Bij ons aangevoerd bij Schiedam waargenomen. De afgebeelde plant werd ons den 17 September
1919 toegezonden door den Heer W. H. Wachter te Rotterdam.