CORTICIUM CO E RUL EU M SCHRAD. 2123A.
8 — 10 /X
LEPTONIA SERRULATA P. 2123B.
CORTICIUM COERULEUM FR.
Blauwe Korst zwam,
PI. 2128A.
Stelsel van L innaeus : Cl. XXIY. Sect. Y. Cryptogamia. Fungi.
Natuur lijk St e l se l :. Cellulares Mycetes. Ord. Hymenomycetes. Fam. Thelephoraceae.
Geslachtskenmerken: Hymenophoro large effuso, omnino resupinato,-vel margine extremo libro;
hymenio levi, cerino, nitente, tantum modo consistente e basidiis et paraphysibus qui statim oriuntur
e mycelio sine strato intermedio compacto; sporis indivisis, incoloratis.
Hymenophoor breed uitgespreid, geheel resupinaat, of met den uitersten rand vrij; hymenium glad,
•wasachtig, glimmend, slechts bestaande uit basidien en paraphysen, die direct uit het mycelium ontspringen
zonder een tusschenliggende, samengedrukte laag; sporen onverdeeld, niet gekleurd.
Soortelijke k enm erken: Large effuso, adnato, tomentoso, laete coeruleo, margine byssoideo
albescente, margine extremo interdum libro; hymenio cerino, satis molli, sicco pallido; sporis ellipticis
8 X 4(j..
Breed uitgespreid, aangegroeid, viltig, helder blauw met witachtigen byssoiden rand; de uiterste
rand somtijds vrij; hymenium wasachtig, tamelijk week, bleek bij droogte; sporen elliptisch 8 x 4 p..
G. coeruleum Fr., Epicr., p. 651; Sacc., Syll. VI, p. 614; Roth, Catalecta II, tab. 9, f. 2; Letellier,
Suppl., tab. 640; Oud., Rév. I, p. 422. Massee, Brit. Fung. Flora I, p. 127. Auricularia phosphorea
0OW., t. 350.
Groeiplaats: Op rottend hout.
Neder la nd : Door Oudemans reeds voor Zuid-Beveland en Maastricht vermeld. In October 1918
gevonden door den Heer A. P. van Wouw te Ginneken op de eiken palen, die in de Annalaan, voorbij
het Ulvenhoutsche bosch, het fietspad van den rijweg scheiden.