
van boven gevoord, vrij dicht verward behaard, stekels kort, vrij krachtig, met verbroeden voet, gebogen.
Bladen handvormig vijftallig, soms voetvormig, ook wel zeventallig, de beide buitenste blaadjes
kort gesteeld of zittend, soms iets langer gesteeld; blaadjes niet stevig, van boven gezien soms gewelfd,
van onder kort-grijsviltig behaard of kaal, vrij grof, zeer ongelijk tot ingesneden gezaagd; eindblaadje
hart-eivormig of breed hart-ruitvormig, niet zelden met een of twee meer of minder diepe insnijdingen,
de spits slank of weinig ontwikkeld tot ontbrekend. Bloeit wij gen tot 6 dm. lang, kantig, verward behaard,
stekels vrij talrijk, gebogen, niet zeer tenger, krachtiger dan bij de ouders; bladen drietallig.
Bloeiwijze kort, ook wel iets langer met korte bijassen, tot in den top bebladerd, meestal gedrongen,
tuilvormig, met een paar iets lager gezeten, korte bijassen, deze in den tuil veelal met neiging om wijd uit
te staan, ook wel meer opgericht. Ook is de bloeiwijze wel enkelvoudig trosvormig, de eindbloem is
niet zelden kort gesteeld, de hoofdas recht, bij.de langere bloeiwijzen ook wel heen en weer gebogen,
wollig behaard, de stekels vrij wat krachtiger dan bij de ouders, niet zelden rood, recht of iets gebogen,
onbeklierd, of iets beklierd; bloemstelen in de trosvormige bloeiwijzen lang, in de tuilvormige veel
korter, veelal licht grijs, wollig behaard, onbeklierd of met enkele klieren; bladen in de bloeiwijze van
achter grijsviltig of groen. Schutblaadjes klein, lancetvormig, onbeklierd. Kelkslippen groen, kort behaard
en onbestekeld, beklierd, tijdens den bloei uitstaande, later teruggeslagen met niet lange spits.
Bloemblaadjes middelmatig groot, wijd uitstaande, ovaal of omgekèerd eivormig, wit, beiderzijds
kaal. Meeldraden ongeveer even lang als de stijlen, wit, helmknoppen onbehaard. Stijlen groen.
Vruchtbeginsels kaal of met lange haren. Bloembodem kaal. Vruchtzetting onvolledig. (W. W. Schipper.
Kruidk. Archief 1924 bl. 170).
Verklaring der afbeeldingen: a. Bloemknop vergroot; b. Bloemblad; c. Doorsnede bloem met
meeldraden even lang als de stijlen; d. Dezelfde korter dan de stijlen; e. Dezelfde langer dan deze.
Groeiplaats in Nederland: De Heer Schipper zond ons op 17 Juli en 28 September 1923 exemplaren
ter afbeelding, gevonden langs den weg door Vlagtwedderveldhuis onder Westerwolde.