Hf
CLITOCYBE LENTICULOSA GIL.L 214. T
CLITOCYBE LENTICULOSA GILL
PI. 2147.
Stelsel van L innaeus : Gl. XXIV. Sect. V. Cryptogamia. Fungi.
Natuur lijk St e l se l : Cellulares Mycetes. Ord. Hymenomycetes. Fam. Agaricaceae.
Geslachtskenmerken: Zie Dl. XIV, No. 1044.
Soortelijke kenm er k en : pileo ochraceo-rubescente, 8—10 cm., marginem versus squamis sub-
concentricis parvis obtecto, stipite flavo-rubescente, pallidiore, lamellis confertis, valde decurrentibus,
albis vel puniceis. Sporis 4—5 p., spinosis.
Hoed okergeel roodachtig, 8—10 cm., met naar den rand toe bijna concentrische donkere kleine
schubben bedekt; steel geel roodachtig, lichter dan de hoed; plaatjes dicht bijeen, sterk afloopend, wit
of roodachtig. Sporen 4—5 p., gestekeld.
Groeiplaats: In naaldbosschen.
Nederland : Deze voor ons land nog niet bekende soort werd den 10 September 1920 gevonden door
Mej. W. v. d . Meulen in een Sparrenbosch bij Wapenvelde, op denzelfden datum door den Heer G. D.
Swanenburg de Vey e in het Sprenkelbosch bij Vogelenzang onder berken. Ook mij komt het voor,
dat Cl. lentiginosa Fr. door Kicken beschreven, dezelfde soort is.