AGARICUS LACTIFLUUS ( S c h ü e f f .).
Melkachtige ? Paddestoel.
Hoogduitsch. Braedling, Blatterschwamm.
Groeit in den Herfst.
Natuurlijk Stelsel en Stelsel van linnaeus, zooals de voorgaande.
Geslachts-kenmerken. Zooals hiervoren.
Soortelijke kenmerkei. Fungus bicolor, esculentus, plerumque solitariifcr-oarnosus, lacteus. an -
nulo carens. — Het is eene tweekleurige paddestoel, die eetbaar en meestal alleenstaande is , zij is
vleezig, melkachtig en zonder ring. — a. De ontwikkelde plant. b. De pljpit in doorsnede, c.
Dezelfde aan de onderzijde.
De hoed is rood-bruin achtig, de steel lichtrood van kleur. De geheele plant is vleezig en met
een melkachtig sap vervuld, dat zich bij het drukken derzelve in de gedaante van kogeltjes
voordoet, zoo als men in c zien ka n ; de plaatjes zijn geelachtig van kleur.
Groeiplaats. Ik vond dezelve in het Zeisterbosch, bij Utrecht.
Gebruik. Behoort onder de eetbare soorten, volgens sciiëFFER.