
L IGUSTRUM VULGARE L.
Gemeene Liguster.
Bijnamen. Wilde Syring. Heggen-Syring Keelkruid. Mondhout.
Hoogd. Gemeiner Hartriegel. Gemeiner Liguster. Beinholz. Heckholz. Mundholz. Rain-
weide. Zaunriegel. Dintenslrauch.
Engelsch. Common Privet. Prim. Print.
Bloeit. Julij. f>.
Natuurl. Stelsel. Plantae vasculares, Subcl. L Phanerogamae Exogenae. Ord. Oleaceae Lindl.
Stelsel van Linnaeus. Class. II. Ord. I. Diandria Monogynia.
Geslachts kenmerken. Calyx 4-dentatus. Corollae limbo 4-partito. Baccaruin loculnmenta mem-
brana tenuissima vestita. De kelk 4 tandig ((*) **). De mond van de bloemkroon 4-deelig. Do vakjes
der bessen met een dun vlies bekleed. #
Soortelijke kenmerken. Foliis oblongo-lanceolatis, glabris; tbyrso terminali, compacto. De bladen
langwerpig-lancetvormig, kaal. Een eindelingsche, gedrongen bloemspits.
Een sterk getakt heestergewas; de lakken tegenovergesteld, bruinachtig. Tegenovergestelde, kort-
ges teelde, langwerpig- o f elliptisch-lancetvormige, gaafrandige, eenigzins leder achtige, kale bladen.
Melkwitte, welriekende bloemen, waarvan het mondje, zoo als bij a en b te zien is, gewoonlijk
A-deelig, maar ook wel, c, 5-deelig is. Fig. d een takje met rijpe bessen; de lessen tweehokkig
en in elk hokje één zaadje, gelijk dat vergroot bij e en f van loven en van onderen voorgesteld
is, o f dikwijls ook maar \ -hokkige en l-zadige bessen, g. In een geopend bloemkroon-
tje ziet men lij b de inhechling der meeldraadjes; somtijds worden er 3 meeldraadjes aangetroffen,
gelijk bij c, en zulks onverschillig o f het mondje van de bloemkroon 3 - o f A-deelig is;
ook komen er, volgens withering, nu en dan 4 meeldraadjes voor. — De kelkjes zijn zeer naauw
met het vruóhtbeginsel te zamengegroeid, h ; dezelve een weinig losgemaakt zijnde vertoont zich
het vruchtbeginsel, lenevens het stijltje, j, zoo als bij i.
Groeipl. Veel in de duinen tusschen Haarlem en Zandvoort, .bij Katwijk. Wassenaar, Noordwijk;
in de duinen op Walcheren, en in die van het Nieuwland en op Staalduinen in het Westland. In
de bosschen bij Zuideras in hel Graafschap van Zutphen; achter Haren bij Groningen; in boscbjes
bij Bergum en Heerenvcen in Vriesland; in heggen op het eiland Tholen, bij Utrecht en bij Rheede
boven Arnhem, alsmede te Brunnepe bij Kampen; in heggen bij Hees en in de bosschen te Beek
bij Nijmegen. Ook in de omstreken van Breda, en op het fort Crêvecoeur, bij Rosmalen en het
dorp Wijk in de Meijerij van den Bosch.
In de duinen tusschen Katwijk- en Noordwijk aan zee ontmoette ik hem bijzonder laag langs den
grond kruipende gegroeid.
Gebruik. Zoo geschikt als deze heester is om er heggen van te planten., zoo geschikt is dezelve
ook om het verstuiven der duinen te beletten, en hiertoe wordt hij zeker te weinig aangeplant.
Het hout kan door de kunstdraaijers gebruikt worden , en is inzonderheid geschikt om er schoennagels
van te maken ; — ook beval het eeue gele verwstof waarmede wol geverwd kan worden, en tot houtskool
gebrand wordt het ook wel ter vervaardiging van het Schietkruid voor kanonnen gebezigd. Insgelijks
is van den bast in de verwerijen gebruik te maken, en ook is deze goed om er leèr mede te
looijen. De takken kunnen tot het maken van manden, korven en ander vlechtwerk dienen; zeer
jong worden zij, even als de eenigzins bittere en zamentrekkende bladen, van het rundvee, schapen
en geiten gegeten. — Van de bessen, welke van Lijsters en Meeris en eenige andere vogels gegeten
worden, bedienen zich de kaartenmakers voor hunne purpere en donker-violette kleuren ; ook de
hoedenmakers bedienen er zich wel van om het vilt te verwen; voorts kunnen er op velerlei wijden
wollen stoffen mede geverwd worden, en met aluin geven zij aan wol en zijde eene duurzame groene
kleur. De wijnkoopers maken er wel gebruik van om de witte wijnen rood te kleuren, en aan de
roode eene donkerder kleur te geven. In Zwitserland heeft men èr zich van bediend om metalen te
kleuren ; ook kan men er eenige soorten van schrijfinkt uit daarstellen, en door ze een jaar lang,
grof gekneusd, aan de builenlucht blootgesteld gelaten te hebben, heeft men er eene massa van verkregen
welke veel met Indigo overeenkwam. — Uit de zaadpitten laat zich eene goede oliepersen,
hoedanige in Tyrol voor nachtpitten gebezigd is geworden.
De bijen halen uit de bloemen veel honig en was, en terwijl bij ons nog eenige andere insecten
die bezoeken, worden er in warmere landen veelvuldiglijk de Spaansche Vliegen (.Lytia vesicatoria
L.) op aangetroffen.
In de Geneeskunst is een aftreksel van de bladen legen verbrandingen, en tegen de sprouw en verzweringen
van mond- en keelholte aangewend geworden;---- de gedroogde bladen, tot poeder gesloten,
wil men tegen kwade zweren, verslapping van de huig en van het tandvleesch en tegen
uitzakkingen van den aars nuttig bevonden hebben , en de bessen , — welke sterk doen purgeren , —
om de hoenders van de zoogenaamde Pip te genezen.
(*) De tandjes zijn zeer klein , Tallen spoedig af en worden hierdoor meestal niet aangetroffen; 'witherikg maakt in zijn
drrangem. o f British Plants , bij de beschrijving van deze plant zelfs in het geheel geen gewag van een kelkje.