
^la d a rii/ó tuvyiti J-Pr/rd .1',
Hatelijke Paddestoel.
Hoogduitsch. Haszlicher Blatterpilz.
Groeit in den Herfst.
Natuurlijk Stelsel , Stelsel van linnaeus en G eslaghts K enmerken zie bij PI. 825.
S oortelijke K enmerken. Pileo compacto plano-disciformi olivaceo-umbrlno azono, margine primo
luleo-villoso , stipite farcto brevi viscoso deorsum attenualo olivaceo , lamellis tenuibus pallidis, lacte
acri albo. Het hoedje vast van vleesch, vlak-schijfvormig, olijfkleurig-omberbruin , zonder cirkels;
in het eerst met geel-viltigen rand, a ,* het steeltje gevuld, kort, olijfkleurig, kleverig, naar boven
toe eenigzins smaller; de plaatjes dun, bleek van kleur, b , en met een scherp, w it, melkachtig
vocht, c.
Het hoedje ie bij vochtig weer in het midden min o f meer kleverig, wordt van vlak-
sch ijf vormig eerst in het midden neer g ed ru k t, allengskens trechtervormig en ten laatste
niet zelden diep schotelvormig, en vertoont z ich alsdan tevens geheel zw a rt.
Groeiplaatsen. In bosschen. Door mij lusschen laag hout bij N a a ldw ijk , en tusschen Monster
en Loosduinen aangetroffen.
Gebruik. Niet tegenstaande deszelfs afschrikkende benaming is hg volgens p&ies eetbaar, en
wordt ook door letellier , in zijne Hist. et déscript. des Champign, e tc ., voor onschadelijk
geacht.
(*) Agaricus turpis weiiïm.