„ggg P i c u s M ar t iu s . Z W A R T E S P E C H T .
B uffon heeft in navölging van E dwards deze Specht voor eene varieteit van de ge-
woone Groen-Specht gehouden, waarvan volgens zyne mening de kleur alleen verbleekt
is door de. invloed der koude waaraan hy mcestal is blöotgefleld, mr.ar latere onderzoekin-
gen hebben. bewezen dat ’er wezentlyke ondcrfipheidende kenmerken by plaats hebben, wy
zullen binnen kort eene naauwkeurige afbeelding en befchryving, van deze Vogel geeven,
onder den naam Van Noordsche Specht, ten einde de NatuurlykePIistorie van het
geflacht der .Spechten daarmede .te completeren.
Het vierde bepaalde foort is dat van de Eonfe Specht-} o iEpeifclre, zie B üffon plenl. 596.
de Picus Major by L inn/eus, en Elster Sppclit, Bunt.-Specht by de Duitfchers. Dezeiszoo
groot niet als de Merel, en is in de nazomer in onze Gewesten gewoonlyk op zyn doortogt;
hunne toevloed tot ons echter yerfchilt aanmerkelyk het eene jaar by het andere vergelee»
ken, deze is door ons onder den naam van Bojtt Specht: reeds afgebeeld en befchreeven (\).
I-Iet vyfde foort dat iets feiernder is als het vporgaatideTS.de PicusMedius van Linnaius,
en afgebeeld by Buffon, , fl. enl. W.6 1 1. Deze äutheur befchouwt dit foort Hechts als
eene varieteit van de gewone.Specht., maar byn»' alle aridere fchryvers zyn te regt van
mening, dat zy van deze Specht een byzonder.fpor.t möeten maaken, welke (behalve dat
hy alüiö als tot een op zieh zelf beftaand ,foort;behoo.rende befchouwd wörd) zieh 00k
nimmer met de groote Spechten vereenigt; wy hebben van deze Vogel 00k eene afbeelding
en befchryving gegeeyen, onder.de benaming van kleiner Bont-Specht (*-.)
Het zesde en laatste foort ,is de Picus Mintr., .v.an LinK.jeus en L a th am, en 'le petlt
P ic, van B uffopj, zie zynepl. enlum. NV598. De. Duitfchers kennen hem onder den
naam van Spechtchen,. Grasf*Specht;- hy heeft de groptte van een Musäh, en flechts de
zwaarte van een once gewigts; Deze is al mede door ons befchreeven onder de naam
van allerkleinfte Bont-Specht,, •(§) doch, dezelve vervaardigd zynde naar een opgezet
Exemplaar, dat te fterk was uitgerekt, zoo is de afbeelding wat te groot uitgevallen.
B E S C H R Y V I N G.
De Zwttrte. Specht, die zoo als wy gezien hebben Van zyn geflacht de eerste rang be-
klced, uit hoofde van zyne grootte, heeft de gedaante Van een Kraay, zyne lengte is zestien
duimen, te weeten: van de punt des Beks, tot aan het uiteiride der Staart, hy heeft een
Vlugt van twee yoet en vyf duim, de Bek heeft de kleur van Hoorn, en is twee en een,
half duim lang, niet gebogen, maar fcherp, en in de daad aan de eindens fnydende, gelyk
een Bytel; by het Mannetje zyn de veeren pver het geheele Lighaam pik-zwart, alleen
heeft hy by wyze van een hoofd-dekfel, callot, een zeer fchoon helder rood hetwelk de
geheele Kop van boven bedekt; de Popten Voor ZPO verre die ontbloot zyn, vertoonen
zig donker bruin, en de oogkringen fchitterend geel -— het Vyf je verfchilt daarin van
de Man, dat het zwarc der veeren meer bruinachtig is, en 00k dat het roode hoofddekfel,
niet zoo over het geheele hoofd is uitgefpreid, men ziet flechts aan het agterhoofd eenige
roode veeren, 00k is het Wylje niet zoo gtoot als het Mannetje.
A A N-
'( 1") ifte D e e l , Pag. 41 . (**) XVde D e e l , Pag. 347. 0 ) IV d e D e e l, Pag. 357.