379 S t r i x s c o p s . k l e i n g e h o o r n d K A T yU IL T JE . BOOM-UILTJE.k l e i n e i i b r t o g :
van de Knie tot aan de Vingers ruim een Duim; de Vingers, waarvan de middeifte de
langfte is, beflaat nagenoeg een Duim; de Vleugels van den Schouder. af gemeeten, tot
aan het einde der Slagpennen zyn ruim v y f Duimen lang. Deeze Afbeelding is getekent
naar een opgezet Exemplaar, berustende in het zeer uitmuntende en vermaarde Kabinet
van den WelEdelen Heere c. j. t em m in c k te Amfterdam.
A A N T E K E N I N G E N.
Deeze Vogel is zeer gemeen in verfcheidene gewesten van Europa , in Engeland
fchynt dezelve echter niet zeer bekend te z y n , volgens den Heer l a t h a m , (uit wiens
aantekening blykt: dat deeze Vogel onder de Trekvogels behoort, end a thy tegelyker
tydmet de Zvialuwen ons komt bezoeken, en wederom ons verlaat) kiest hy tot zyn
voornaame verblyf en fchuilplaats, het geboomte, in de holtens van welkers oude Hammen
hy nestelt, en zyne jongen uitbroed, om welke redenen deeze Vogel ook Boom-
Uiltje genaamd wordt.
Het gebeurt fomtyds dat deeze Vogel kryg voert fegen de Veld-Muizen, welke
oorlog altoos ten voordeele van het menschdom moet uitvallen; wanneer by voorbeeld
dit fchadelyk ongedierte zieh zoo in Legio vermenigvuldigt, dat hetbyna al het gewas
der aarde verwoest, en ’er om inteoogften niets overblyft, (waarvan de gefchiedenis
ook over fommige ftreeken van ons Vaderland de droevige nagedagtenis bewaart) hoe
gelukkig is het dan, als men tegen zulke geduchte vyanden, dit gevogelte in aanzien-
lyke benden tot hulptroepen kry gt, en hiervan levert ons de ervaaring verfcheidene
yoorbeelden op.