^ F ä L C O W n c u l u * STEENSCTLVJEI'ZER, Yv'i'NDW'ANNER,TOOREN-VALTC
volgens- w i« de Vogete van het V a l k e n -Gedagt den Bek Haakig. fpits hebben, aan den,
voet met Wasch voorzietu den Kop digt gedekc met Vederen; de Tono gefplèeten (*);
. M e n Her een zpdamgen RoofyogeT voor, iter Latynfchen rnrnm 77» -
etìus, en d e n G r i e k f c h e n C ^ voerde, waarvan de afleiding niet zeer blyftbaar is (f), zo*.
fflin als de Franfche naam Cnsferelk en de Engelfehe Kestrel. De Engelfchen echter noemen
6em- ook *wel W M Ìmver en Wmdvanner, jdät is V%dwanner , wegens-de zonderiinge ma-
nier, op welke h y , door ’t flodderen met zyne Wieken, zig ftil weet te houden m de Lugt,
om neder te vallen op zyne prooy. De Duitfchers gebruiken, om die uit te drukfcen, ver-
fcheide b e n a ^ g e n ^ w a a r o n ^ r j 7 ^ « ^ ^ & r e n - 7Vtegweher, als 00k die van Stemfchmrtz
en Sfeingeiliy-täegerss zyn huisvesten in de gaten van Toorens en oude Gebouwen, ten platte
Landendes wy hem ook, in ’t Nederduitsch,Steenschmetzer noemen-, en fomtyds TooRen-
Vai K.
B E S C LI R Y V I N G.
De Vogel heefc, van de punt des Beks tot aan het end der Staart, wel veertien of Vyftieii
Duimen latìgte’, en de Bek, vän Viseginftder gaaping tot aan de uiterde punt, wel diie -Kwai-
tier iDuin». De Staart is by de zeven:Duimen lang, de Schenkel^ van Vederen ontbloot, anderhalf,
de middelile Finger Qin-Duim; de anderen zyn kortef en de agterfte haalt niet meer
dan 'een 'half Duim. Allen zynze met fcherpe kromme Klaauvien gewäpend. De Bek, waarvan
(*) Falco. Roflrum aduncum, bali Ceià inftru&um, Caput Pennis arfle teftum. lingua bifida. Syß. Nat. XIL p. zs'f*
(f) Cenchris feu Miliaiia dicitur hat Avis , guoJ punüis ntgris, Milii amulis, inßgnis fit > zegfc wel de beroeinde Gesnebüs ; döch hy fchynt een
-anderen Vogel te rooeten bedoeld hebben : wanc de zwarte Vlakkqn over het Lyt zyn veel te groot, om die by Gcerstkoirels te vergelyken.