F A L C O P Y G A R G U S
D E
Z m E M M E R.
D e Zviemmer heeft veel overeenkomst met de Vogel genaamd St. Maarten Valk, zoo
inaart en geftalte, als door deszelfs eigenfehappen en hebbelykheden; beiden vliegen zy
laag by den grond om op de Veldtnuizen te aazeri; met September gaan zy ook te
zamen de laage Landen bezoeken, zieh om en by de Duivenhokken ophoudende,
om op de jonge Duiven en Kiekens; te loeren ; • zy Behöoren beiden tot de onedele of
lafhartige Vogels, als nietdan.op de zwakken en onweerbaren aanvallende, om welke
redenen men hen niet onder de Valken moet rangfehikken, zoo als fommige Systematici
gedaan hebben.
B E S C H R Y V I N G.
Het Mannetje is, gelyk by andere Roofyogels, aanmerkelyk veel kleinder dan het
W y fje , maar men kan by deeze Vogels waarneemen, wanneer men dezelve tegen
elkander vergelykt, dat het Mannetje ook in ’t geheel geen halskring, dat is, geene
kleine overendftaande Veertjes om den hals heeft, ook is de kleur der Veeren
reeds genoeg onderfcheidend. Het Mannetje dat wy hebben afgebeeld, is uit het
aschgraauwe,- byna over het geheele Ligchaam, maar heeft, zoo als even gezegd is,
geen halskring, zoo als het Wyfje, hetwelk rondom den hals een ringvormige band
heeft, beftaande uit kleine overendftaande veertjes , Welke rondom den Hals geplaatst
zyn, waarvan de kleur ros-bruinachtig is, een ros-bleeke tint kleurt de Borst en Buik,
maar de Rüg is bruin, eenige meer heldere dwarsbanden leggen als gerimpeld over
G g g g g AAN.