3oo S T R lX F lammea./ G O U D G L AN Z IG E K A T -U IL , K E R K -U IL .
B E ^ S C F I R Y V I N a
Dat B risson hem den Kleinen Kat. Uil noemt, zal maar in vergetyking met den Grooten
of Britinen, die flegts 6en Duim langer was, te verftaan zyn. Ohs Voorwerp hadt ten minfte
de langte van veertien Duimen, gelyk zyne Strix, en de Bek was meer dan een Duim lang ,
UaKa krom, gelyk in alle Kat-Uilen; de Staart bykans vyf Duimen. De drie voorfte Vingers
haaldcn omtrent anderhalf Duim. De Vlugt der kieken was meer dan twee Voetem De
Pooten waren zo ruig niet als in lommigen anderen. De Oogen, die Saffraankleurige Kringen
hadden, waren omringd met afgezonderde Vederen of Pluimen, van eene witachtig graeuwe
Kleur, uitmaakende een Cirkel van meer dan twee Duimen in middellyn, omringd met een
Krans van ftyve, rosachtige Haairen. De Kleur, voor ’t overige, van ’t geheele L y f , de Rüg
en Vlerken, was uit den ros geelen Goudglanzig, doch hier en daar, inzonderheid op den
Kop, met groote graeuwe Vlakken geichakeerd, en doorzaaid met Pylswyze witte Vlakjes,.
zwart gerand, en zig als Druppen vertoonende. Aan den Buik, en onder aan de Staart, hadt
dit ons Voorwerp een geelachtig witte Kleur, met een menigte dergelyke Pylswyze zwarte
Stippen belprenkeld; gelyk dit alles in onze Afbeelding zig zeer duidelyk vertoont. De Pooten
en Nagelen waren zwart. Het Ey, dat witachtig is, ziet men daar onder.
A A N T E K E N I N G E N .
Deeze Kat-Uilen zyn het, die men fomtyds in de Kerken ziet zweeven, en zig dan witachtig
vertoonen. Behalven in de Gaten, van de Muuren en Toorens, onthouden zy zig ook in
andere Gebouwen. De Levensmanier komt met die der overigen overeen.