3g)S M E R G U S Mixbtus. K L E IN E Z A A G B E K , SCH ER PB E T C
fehl gelyk by- dte anderen .Zaagbek opgemerkt is, en in Plaat aangetoond. W ? geevqn hem
hier,zo veel mooglyk, naar de natuur in Afbeelding.
Het f w verfchilt naauwlyks van den Man, dan doordien.het ranker is yan L y f, en<Je Rüg
donkerer heeftj terwyl de Keel en Borst eenigszins naar den geelen trekt. Bovendien is. de Bek
2a lang niec, maar heeft, zo wel als in de Man, eene zwartachtige Kleur en aan k end der Bo-
venfeaak, die vry fcherp uitloopt, een mitte haahwyze waarvan lk, dat zonderlmg is, geens
gewag vind by gedagte Autheuren. De Onderkaak js ook wit getipt en fluit in de Bovenkaak.
Beiden zyn zy, met de benaaming overeenkomftig, Zaagswyze, mec fyne roodacfitige puntjes.
getand. De Vingers der Voeten waren ook iets korter, maar derzelver Kleur , zo Wel als die
der Pooten, even als in de Man, donker, naar ’t bruinroode trekkende. In beide. Sexen zyn de
Webvliezen, zo wel als de Nagels, zwart.
A A N T E K E N I N G E N .
Deeze Vogels zyn, in k Vooijaar 179s, by Nieuwveen gefchooten. Hieruit blykt, dat zy
niet alleen in het Ye en de Zuiderzee, daar menze fomwylen ziet, maar ook in onze Binnewate-
ren zig ™rhnnden Men merkt aan, dat het Trekvogels zyn, die door geheel Europa omzwer-
ven > dewyl menze in Italie zo wel aantreft als in k Noorden, alwaar zy Ysduiksrs heeten, om dat
zy onder groote Ysfchotfen heen duikelen, tot eene groote diepte. Misfchien voeren zy deswegen
den Engelfchen naam Longb Diver, dat is, Lange Duiker. Dus kunnen zy ook hun Aas,
dat in Vischjes beftaat, overal magtig worden. In k Voorjaar komen zy tot ons over om te paaren,
gelyk de Knob-Eend, en trekken dan naar den Zeekant om te broeden. In k Water zynze
zeer gezwind en door k geltadig duikelen moeielyk om te fchieten, körnende op een verren af-
ftand weder boven. Z y zyn eetbaar, gelyk de Wilde Eenden, doch hebben veeltyds een Thraa»
nigen Smaak.