39ö Pi cus N orvegi 'cus. DE; N O O R D S CH E " S P E C H T .
. k , . 1_ . \ _ .. » «i.
Banden, welke zieh uitftrekken, de eene längs de wortel van den Bek tot aan Bet
Oog, en de andere längs de opening van den Bek tot aan den Hals; de Rüg, en
Vleugeldekfels, benevens de Staart zyn blaauwachtig groen, de Stuit is geel, de Keel
wit, de Vleugels en de Staart zyn uit een bruinachtig groen, ook bevinden zieh op
de Vleugelen eenige bleek geele vlekken, alsmede op de Scaartpennen eenige door-
fchynende of heldere ftreepen, van een groenachtig bruin. De Bek welke aan den
wortel geelachtig is, is Voor het overige donker aschgraauw. Het Wyfje heeft
Hechts weinig rood op denKop, ook zyn detwee Banden welke oorfprong neemen aan
den -wortel des Beks, maar flaauw aangetekend., en van eene dlonkere .gryze kleur.
Dat men zieh ondertusfehen wel wagte, om dit foort te verwarten, met de Witte
Groen- Specht, te vooren reeds afgebeeld en befchreeven, höewel de benaming daar
gevonden wordende zyn moet Pi cus Vi r id i s A l b u s , welke Vogel Hechts eene
varieteit is, veroorzaakt door de. gefteldheid der Moeder - Vogel — wy vinden hierby
te gelyk eene voegzame gelegenheid, om eene andere misflag weg te nemen, ten
opzichte van de ook reeds uirgegeevene Kat-Uil, afgebeeld en befchreeven onder
den naam van Strix Albus, welke .naam befchouwd moet worden als verkeerd ge-
fteld te zyn, 'en veranderd, in die van S t r i x F l a m w e a A t u a , zynde ook
eene varieteit, en wel van de K r a n s - U i l , die, hoewel geheel wit, echter
de vlekken heeft behouden, welke dit foort byzonder kenmerkt, het is niet
onwaarfchynlyk dat deeze Vogel een bederf van kleur ondergaan heeft, veroorzaakt
als door eene buitengewoone ouderdom, niet meer ruijende, of ook wel door het
bederf der vogten, dat ’er doorgaans een onäfscheidelyk gevolg van is; by qeire
andere gelegenheid zullen wy een algemeen vertoog geven, over de oorzaaken van
waar zulk een zonderling bederf ontflaat, en zulks met eenige proeven tragten
te bevestigen.
A A N T E ' K E N I N G E N .
Wy hebben gezegt dat de Noordfche Specht tot in Syberien huisvest, daar de
Groen - Specht nimmer komt, terwyl de eerstgenoemde daarentegen dikwyls in
Frankryk, in het Lorainfche en op de Boschagtige Bergen, waarvan Zwitzerland
overvloeit, gevonden word , en het is in deeze ftreeken dat zieh dit foort van
Spechten in menigte ophoud.
Overigens hebben wy by de Noordfche Spechten, zo aan die, welke in Frankryk en
in Zwitzerland gedood werden, als aan de zulken, welke uit noordelyke landfireeken
kwamen, dezelfde eigenfchappen waargenomen, en befluiten dus met aantemerken,
dat, indien het gevoelen van de B uffon en Edwards moet doorgaan, hier echter
eene uitzondering plaats heeft, om dat in dit geval de invloed en uitwerking van
het koude climaat moet ophouden; want, veronderftellende dat de luchtsgefteld-
heid der noordelyke gewesten , zulk eene fterke invloed heeft op de Dieren, om
de kleur van hun hair en de veeren der Vogelen wit, of bleek te maken, welke in
een ander waerelddeel met een fchoonder glans zouden pryken, zo moet het van
zelve volgen, dat de Noordfche Specht, die zieh onder anderen ook in Frankryk
en Zwitzerland ophoud, noodzakelyk ook helderer van kleur zyn moest, en minder
bleek dan de zulken, die aan de Noord-Pool gevangen worden. — Het voorwerp
dat gediend heeft om deeze afbeelding naar te vervaardigen, is een Wyfje, en in
het Lorainfche gevangen..